Georgetown: Regatta time!

Het lijkt erop dat onze laatste 6 weken in de
Bahamas op een hoogtepunt zijn gekomen. Iedere keer denk ik dat het niet leuker
kan worden, wordt het weer leuker! Deze week is het de National Family Island Regatta,
één van de drie grootste regatta’s in de Caribbean. En dat hebben we
geweten. Nadat we bijgekomen zijn van de verjaardag van
Alec, zijn we weer het feestgedruis ingedoken. Hayden (9) van onze
vrienden aan boord van Stolen Hour had zijn verjaardag en die hebben we in
stijl gevierd in de stad. Het werd erg laat. De volgende dag hebben we afscheid
moeten nemen omdat zij naar het koude Noorden moesten. Spectaculaire
lancering van een militaire satteliet vanuit Cape Canaveral, gezien vanaf
SeaWalk De volgende dag heb ik aangemonsterd aan boord
van een B-Class Bahamian houten zeilboot Hummingbird en ben ik gaan racen. De
boot was laat aangekomen in Georgetown en de schipper had de hele nacht gewerkt
om de boot gereed te krijgen. Helaas had onze schipper het verkeerde zeil
opgezet, net nieuw en nooit gebruikt of getest. Het achterlijk bleek te lang op
een voordewindse koers, de giek raakte het water. We konden niets anders doen
dan met een tweede rif te varen. Na veel trimmen met de reeflijntjes wisten we
er toch nog een netjes uitziend zeil van te maken. De competitie is echter heel serieus, het hele
jaar door wordt er geoefend en gebouwd. De winnaars krijgen veel geld en
prestige. En rond de boeien wordt serieus gevochten. En dan bedoel ik niet
alleen verbaal. De nieuwe boten zien er heel strak uit. Na een uurtje testen
gaan we naar de startlijn. Alle boten liggen op anker, op lijn met de
startboeien. Na heel wat geschreeuw liggen alle boten ook daadwerkelijk achter
de lijn. Alles gaat op z’n Bahamians. De te zeilen wedstrijd course wordt
ons via een megafoon toegeschreeuwd. Na het start schot trekken we met drie man
de boot over de lijn en hijsen de zeilen. De boot valt af en pakt snelheid op,
we zijn aan het racen. Uiteraard is de eerst leg aan de wind en we
doen het niet slecht, gezien de 5-10 knopen wind met een dubbel rif erin. We
weten onze postie achterin het veld te handhaven maar de voorste boten pikken
meteen 5 minuten. Rond de boei wordt flink geschreeuwd en onze giek raakt bijna
verstrikt in het voorstag van een op stuurboord liggende collega. Uiteindelijk worden de derde laatste. De
bemanning bestond voornamelijk uit cruisers en niet opgewassen tegen de lokale
semi-pro’s. De coordinatie was niet optimaal. De oudere dame die de
fokkeschoot en grootschoot bediende, was niet sterk genoeg en iedere keer moest
ik inspringen om te halen terwijl ik buiten op de Prye (een lange plank die
naar buiten geduwd wordt om het gewicht zo ver mogelijk naar buiten te brengen)
hing met de voeten boven het blauwe water. Ook deed ik de fokketrim. Op de
andere boten was dat gespecialiseerd werk, een voordekker, een trimmer, et
cetera. Maar wat een lol. Isabelle dacht dat ik op een rode boot zat en
heeft volop foto’s gemaakt. Maar niet van mij. De kinderen hebben de
verkeerde boot aangemoedigd. Vooral dat laatste is ongetwijfeld de reden dat we
het zo slecht deden. Gezellig na-borrelend op Seawalk, horen we
opeens op de VHF roepen: Kijk naar de horizon! Daar zie je een shuttle
die net is afgevuurd vanaf Cape Canavaral. En ja hoor, we hebben het zelfs op De volgende ochtend wordt ik vroeg wakker
gemaakt door Tom. “Kom op, man. Je moet nu meezeilen, Dream Girl (een
C-classe) heeft te weinig bemanning. In vijf minuten duik ik de dinghy in en
varen we naar de boot. De start is pas over anderhalf uur maar David, de
schipper, wil de boot testen. Samen met zijn vrouw Queenie vormen we de
bemanning. Na het testen gaan we naar de startlijn. De ankerlijn bijkt te kort en moeten we verlengen
met een ander lijn om op lijn te komen met de startlijn. Tijdens de start trekt
David zo hard aan de lijn dat hij breekt en liggen we dood in het water. De
C-klasse heeft geen fok en met het roer draaien we halve wind en dan kan het
zeil pas omhoog. Shit, we liggen allerlaatste en komen maar langzaam op
snelheid. We sturen de boot midden door de box in tegenstelling van alle
Bahamiams die de laylines opzoeken. Dit blijkt een goede zet. We ronden de windward boei vierde laatste.
Helaas weten we het niet vast te houden en na 5 boeien eindigen we derde
laatst. Toch niet slecht gezien de start. Het wordt duidelijk dat we een oude
boot hebben met een erg oud zeil en weinig budget. Dit wordt goed gemaakt met
veel zeil passie en een fanatieke schipper. Vooral zijn vrouw krijgt het
enigszins te verduren. De tweede wedstrijd volgt direct op de eerste
en we gaan weer naar de startlijn. Ik vraag hulp van een toeschouwer om de
ankerlijn te zoeken. Dat lukt niet en we lenen een anker. Dit keer gaan we goed
van start en gaan mee met het veld zij het niet hoog genoeg aan de wind. We
worden lek gezeild en eindigen laatste. Pfff. David legt uit dat zijn boot en
de boot die tweede voor laatst werd door dezelfde bouwer gemaakt is. Hij baalt
flink. Ik niet, ik had graag beter gedaan, maar ik heb een fantastische tijd
gehad. Zeiknat wandel ik door het dorp op zoek naar Isabelle en een ontbijtje
om 13:00h. We doen snel boodschappen omdat we overmorgen
vertrekken. Volgeladen varen we terug naar SeaWalk, zo langzaam mogelijk om alles
zo droog mogelijk te houden. Dat lukt niet helemaal maar dat hoort erbij. Inmiddels zijn de grote A-klasse boten ten
tonele en verzamelen op de startlijn. SeaWalk ligt op één van de mooiste
plaatsen, aan de buitenkant van de ankerplaats en op de layline naar de windse
boei. Een boot 20 meter naast ons moest weg van de Race Committtee omdat ze te
veel in de weg lag. Hierdoor racen de boten voor en achter ons langs. Ze komen
zo dichtbij dat we de dinghies moeten wegduwen zodat ze er niet tegenaan varen.
Polar Pacer en Altona komen dagelijks bij ons de A-klasse races bekijken. Met
verrekijkers en VHF kunnen de gevechten goed bekijken. Omdat de B-klasse boot Hummingbird waarop ik
voer genoeg bemanning had, kon ik niet mee. Dat vond ik niet zo erg omdat ik
toch al twee wedstrijden gevaren had die dag zonder ontbijt. Nadat we
boodschappen aan boord hadden, zat ik met koffie in de hand de B-klasse race te
bekijken. Tot mijn schrik zie ik twee boten hard botsen.
De giek van één boot breek het voorstag van de andere en trek de boot om.
De boot zinkt binnen 30 seconden. Ik zie mijn oude bemanning in het water. Ik
spring in de dinghy met duikbril en ga helpen. De boot staat in 4 meter
rechtop. Samen met een medezeiler Rob (toevallig een 45 jaar geleden
ge-emigreerde Nederlander) duiken we naar de boot om de zeilen te redden. We
kuisen de lijnen en verstevigen de mast. We maken een sleeplijn rond de mast en
een oog op de voorpunt. De Bahamiam marine komt erbij met twee schepen
om de boot te redden, één grote patrouilleboot en een 1000pk Miami Vice
lookalike. We geven de sleeplijn aan de grote patrouille boot. Slim zijn die
jongens niet. We roepen nog: Hou die lijn strak! Maar helaas, de lijn
raakt verstrikt in hun schroef. Pfff, kan ik ook nog de marine redden, dat is
nog eens reddingsoperatie. Oranje Boven! Ik duik eronder en snij de lijn los.
Drie duiken later heb ik de lijn van de schroef gedraaid en kunnen we een
nieuwe poging wagen. De patrouilleboot trekt de boot zo van de
bodem en brengt hem aan het oppervlakte nog steeds vol water. Op snelheid
proberen ze het water te lozen maar na drie pogingen geven ze het op. De Miami
lookalike er achter aan roepend: doorgaan, sneller! Omdat alleen bij snelheid
de boot boven water bleef. Terwijl ze dit roepen, letten ze niet op hun
eigen boot en raken ze een voor anker liggende zeilboot met een behoorlijke
snelheid. Shit, die moet schade hebben! Helaas mislukt de poging het water te
lozen. De
aanvaring vastgelegd voor het nageslacht. De één na laatste foto probeert Rob
probeert de boot in balans te houden terwijl hij door de marine door
ankerplaats gesleept wordt. In de laatste foto zijn de duikers in actie te
zien, Sergej is de meest linkse. De volgende dag duiken we met een paar man in
de gezonken boot om het lood eruit te halen. Ik heb mijn duikuitrusting
meegenomen en kan daardoor langer onder blijven. Ik kruip langzaam verder in de
boot om zeilen, kleren en touwen eruit te halen en te kijken waar de rest van
het lood ligt. Ik verwacht half een nurse shark te zien, die houden van
gezonken boten. Maar gelukkig zie ik niets. De loden broodjes wegen 40 kilo per
stuk en zitten soms behoorlijk vast onder de planken. Na een uur hard werken is
de boot leeg. Nu moet de mast er nog uit. Buddy breathing (twee man op één
ademautomaat) kantelen we staand op de bodem de kiel omhoog zodat de mast eruit
getrokken kan worden. We spingen opzij omdat de boot hard onze kant op kantelt,
de mast is vrij. De marine doet een nieuwe poging om te trekken
maar die gasten snappen het echt niet. Een cruiser met een 115 pk motor (885pk
minder dan de marine boot) trekt hem wel naar dieper water en de boot komt te
drijven. De boot wordt gesleept naar de barge en daar aan boord gehesen.
Gelukt. Ondertussen gaat het leven aan boord gewoon
door. De kinderen gaan naar school. En ze krijgen allebei een knipbeurt. Het
mooie haar van Katie wordt tot mijn schrik flink ingekort tot op haar
schouders. Slik. Mijn prinsesje. Het is even wennen, maar het staat eigenlijk
prachtig. Alec heeft ook weer een kort koppie en dat staat hem het best. Wat
lijkt hij op mij (minus 40 jaar). Samen
genieten van een lekkere Virgin Colada (een piña colada zonder alcohol) De regatta is vanavond afgelopen. We
gaan aan land voor het feest en dat blijkt heel leuk. Om acht uur gaan we terug
naar de boot. Om 12 uur ’s nachts maakt Isabelle mij wakker. De boot
bonkt op de grond. We wisten dat we in heel ondiep water lagen en dat de volle
maan iedere dag dichterbij kwam. Ieder dag wordt het lage water iets lager. En
vannacht moesten we dus verplaatsen, 12 uur eerder dan gepland. Altijd leuk. |