Tréquier: niets zo ver anderlijk als een weersverwachting
Gisteravond draaide de wind naar zuidoost. Heerlijk,
zuidoosten wind, hoe lang we daar naar gesmacht hebben. Maar niet in Havelet
Bay, deze baai is beschermd met uitzondering van zuidoost. Tel daar 5-6 knopen
stroom bij naast de baai en je kunt gratis naar de kermis. Je weet wel, de
“cake walk”, waar je steeds onverwacht alle kanten opgegooid wordt.
Het stuiteren begon om 0:00h toen de stroom goed door ging zetten en stopte pas
rond 04:00h. Met name de bewoners van het achterschip had het zwaar te verduren.
De kinderen hebben redelijk doorgeslapen, maar wij niet. Zelf vlaggen maken Kaptein Alec ziet
“Land in Zicht” (in dit geval de vlag van Guernsey) De boot lag goed achter haar anker maar je vertrouwt het
niet. Dus naast het stuiteren, ga je toch regelmatig kijken of alles nog wel op
dezelfde plaats ligt. Dat doen we dus niet nog een nacht. ’s Morgens anker op gegaan in een perfect manoeuvre.
Geen woord, alleen handgebaren. Prachtig, zouden we het dan toch een keer
leren? Het plan was Port Blanc, een mooie ankerplaats op weg naar het westen.
Maar… onbeschermd vanuit het noorden. En ja hoor, Jersey Radio en de BBC geeft
een windwaarschuwing: NW 7, niet “later” wat betekent dat het pas
over 12 uur is, maar dus binnen 12 uur. Meteo France rept er met geen woord
over. Maar we gaan toch, we blijven niet liggen. Met een beetje
geluk zijn we in 8 uurtjes in Frankrijk, de rivier Le Jaudy op naar Tréquier, Het eerste stuk van Guernsey is windstil, dus op de motor
maar al snel (2 uurtjes) kan de motor uit en varen we met de wind op 120
graden. Het zonnetje schijnt en we lopen 6.5 knoop door het water. Heerlijk.
Zelfs de dofijnen komen ons weer eens begroeten. Een kleine groep van 3-6
dieren waarvan een moeder met jong. Leuk, maar ze bleven helaas maar erg kort. Als je voor anker ligt, kun je niet zo maar even brood halen
op de wal. Natuurlijk wel als je blijft liggen, maar als je een run maakt voor
een weersverslechtering uit, dan niet. Daar heeft Isabelle een heerlijke
oplossing voor. Ze bakt ze zelf bruin. Een vers bruin brood, dat kun je zelfs
zonder beleg eten. Omdat er aan boord de tijd een stuk langzamer loopt, ben je
veel bewuster met het eten van zo’n boterham bezig. Mhhh. In de oversteek van Guernsey naar Tréquier hebben we voor
het eerst kennis gemaakt met de Atlantische deining. Machtig gezicht, grote
bergen water die op je af komen, We liggen nu in een haven Voor de zekerheid hebben we bij de aanloop van de rivier de
zeilen er maar af gehaald. Anderen zeilden gewoon door, maar die kennen de
route waarschijnlijk. We slingerende werkelijk van links naar rechts door de
rivier met laag water. Soms stond er niet meer dan In bovenstaande foto’s is Alec te zien in het
bijbootje. Alec heeft al echte zeebenen en begint al aardig weg te worden in de
boot. Vanmiddag moest ik hem naar beneden roepen uit de mast waar hij al bijna
op de giek zat (dik twee meter van het dek). Het bijbootje is zijn grote liede,
vooral samen met pappa met de buitenboordmotor, “spieten “ genoemd.
Als hij zich concentreert kan hij aardig sturen, en het is ook belangrijk dat
hij het kan voor het geval zich een noodsituatie voor doet. Katie houdt zich tijdens het zeilen vooral op in de speelbox
en kan uren met lego spelen. Liggen we eenmaal, dan is ze niet te houden. Lopen
moet ze, het liefst op vaste grond. Stuitend van blijdschap! Gisteren zijn we
op de “ramp” (een schuine weg het water in om boten te water te
laten) lekker aan het pootje baden geweest. Daar is Katie geheel koppie onder
gegaan. Isabelle kon haar alleen met de voeten eerst uit het water halen.
Proestend. Desalniettemin houdt Katie heel erg van water, nog steeds. Zelf vlaggen maken Kaptein Alec ziet
“Land in Zicht” (in dit geval de vlag van Guensey) |