Deltaville: Speedy Gonzales

Na een paar dagen regen en wind klaart het
eindelijk op. De enige dag in de week dat we nog wind mee hebben is maandag en
ondanks de hardere wind vertrekken we dan ook om de 65 mijl naar Deltaville te
varen. De rest van de week ziet er goed uit qua warmte en windkracht maar de
richting is vol op de kop. We zijn onderweg naar het Zuiden en moeten nog 130
mijl tot Norfolk voordat we weer in de ICW zijn. Het lijkt wel een Nederlandse zomer, brrr. Na
een nacht regen moet de dinghy leeg gehoost worden We vertrekken uit Solomon’s onder
grootzeil en motor en gaan als de brandweer. Regelmatig tikken we 9 knopen aan.
De wind is erg vlagerig waardoor we nog even uitstellen om geheel te zeilen. We
gaan over 5 mijl iets oploeven en dan kan ook de Genua erbij, het gaat nu plat
voor wind met 10 knopen over dek (te weinig om boven de 5 knopen uit te komen). Na de koers aanpassing gaat de Genua erbij en
de motor uit. De snelheid varieert van 5 tot 10 knopen afhankelijk van de wind
die tussen de 10 en 30 knopen blaast. Het is niet oncomfortabel maar in de
vlagen moet ik wel zelf sturen om binnen alles comfortabel te houden. Het
voordeel is wel weer dat ik 10,6 knopen kan klokken door op een vlaag en een
golf te sturen. Saai tochtje is het niet. Gemiddeld klokken we 7 knopen en dat is heel
behoorlijk omdat hier ook de tijd bij zit dat we naar open water moeten
navigeren. Bij Deltaville is dat best nog wel spannend. Het kanaal is nog geen
5 meter breed en meandert alle kanten op. Concentratie op de boeien is
gevraagd. De ankerplaats is ruim genoeg maar de diepte houdt niet over, 2 voet
onder de kiel. De catamaran Catacaos met zijn 0,95 centimeter diepgang loopt
hier zelfs vast. Concentratie is geboden. We blijven slechts de nacht hier. Het Zuiden
lonkt en niet alleen voor ons. Hele convooien van Canadese zeilboten varen met
ons mee. Iedereen maakt gebruik van dezelfde weatherwindows. Zo worden we
opgeroepen door “Breezy Rider” die dit jaar ook naar de Bahamas
gaat. Aan boord een Utrechtse dame die 25 jaar geleden Nederland achtergelaten
heeft. Haar man converseert in het Nederlands en lang niet slecht. Zeker voor
een Amerikaan. Amerikanen staan niet bekend om hun talenknobbels. Lego bouwen, maar dan wel met pappa die de
onderdeeltjes moet zoeken in de berg lego |