Solomon's: valt tegen

Solomon’s
Island valt een beetje tegen. Ik had er persoonlijk meer van verwacht. Het is
één van de zeilcentra van Amerika. En er zijn inderdaad een heleboel havens.
Maar daar is het dan ook wel mee gezegd. In het weekend is er wel een parade
van boten die voorbij komen, maar na het weekend wordt het bijna geheel stil in
het basin. Maar
dat betekent niet dat we ons niet vermaken. Ons eerste doel is een zwembad
vinden, niet zo gemakkelijk omdat we voor anker liggen en niet in een marina.
Iedere marina heeft hier zijn eigen zwembad maar dat is natuurlijk alleen voor
eigen gasten. Toch
gaan we wat marina’s af. Vragen staat vrij maar we krijgen steeds te
horen dat ze geen uitzondering kunnen maken. Ook niet als we de lunch in het
restaurant van de marina gebruiken. Stom eigenlijk, het zwembad is al betaald,
dus het is pure winst voor de marina als ze ons toelaten. Omdat
we ook naar West Marine moeten, vragen we de weg. Dat blijkt iemand te hebben
gehoord en hij biedt ons aan om ons te brengen. Dat is pas aardig. Eigenlijk
niet echt nodig omdat West Marine slechts 5 minuten lopen, maar in deze hitte
niet aan te bevelen. Het is regelmatig ruim boven de 35 graden. Dan
heet hij en blijkt een aangenaam persoon te zijn en we kunnen relaxed shoppen.
Daarna gaan we met zijn vijfen nog even een hamburger en ijsje eten. Dan blijkt
een Trojan te hebben en dat is DE droomboot van mijn moeder. Ik herinner me nog
dat Bjorn mijn moeder ooit heeft beloofd om voor haar een Trojan te kopen. Dat
is tot op heden nog niet gebeurd... De
kinderen vinden de boot ook erg leuk en spelen er vrolijk op. Daarna nodigen we
Dan uit om op SeaWalk nog een glas wijn te drinken. Heel lief biedt hij aan om
het zwembad in zijn marina te gebruiken als zijn gasten. Met dat aanbod zijn we
erg blij alhoewel we nog moeten zien of ze het zullen accepteren bij de Marina.
Een uurtje later kondigt zich het voorspelde onweer aan en breng ik Dan snel
aan de wal. Vlak voor de stortbui klim ik terug aan boord. De
volgende dag hoor ik Alec buiten Nederlands tegen iemand praten. Dat gebeurt
niet vaak. Buitengekomen zien wij een dinghy met Frans de Rooij en zijn zoon
Francois aan boord. Ze zijn Belgisch en hebben hier net een Selene 52 Trawler
gekocht. We nodigen ze aan boord uit. Francois is 12 jaar maar blijkt een heel
lieve jongen die Katie’s hart direct steelt. Samen met Francois spelen
Alec en Katie van hartelust. De
volgende dag gaan we naar het Calvert Maritime Museum waar we heel toevallig
Frans en Silvia (zijn vrouw) en Francois tegenkomen. Zij nodigen ons uit om hun
motorjacht te komen bekijken en daar zijn we natuurlijk wel nieuwsgierig naar
na al die enthousiaste verhalen van Francois. De kinderen genieten aan boord en
wij zien niet alleen hun mooie boot maar ook foto’s van hun prachtige
fokkerij in Belgie waar ze Cartujana’s fokken. Dit zijn het soort
paarden dat je in standbeelden van oud adel ziet. Silvia zit in het bestuur van
dit Spaanse ras en heeft veel ervaring met paarden. Isabelle hangt aan haar
lippen en ze hebben genoeg om over te kletsen. Er
wordt weer zwaar onweer voorspeld dus wachten we nog maar een dagje met het
vertrek naar Annapolis. Dan maar het zwembad van Dan’s marina proberen.
Francois gaat mee en de kinderen spelen heerlijk een paar uur in het zwembad.
Niemand die er wat van zegt. Gelukkig! Naast het zwembad hebben ze er ook een
leuke speeltuin. Na het zwemmen wordt hier gretig gebruik van gemaakt. Voor de
lunch zijn we snel een fastfood tent in gedoken. Slecht, maar wel lekker en
makkelijk. Aan het eind van de middag nodigt Silvia Isabelle uit om mee te
gaan shoppen aangezien zij van hun haven gebruik kunnen maken van een courtesy
car. Dat laat Isabelle zich geen 2x vragen en gaat heel gezellig op pad. Het
komt mij erg goed uit – hoef ik tenminste niet mee.... Woensdag
de 29e juli gaan we weer verder: op naar Annapolis. |