Tréquier: niets zo ver anderlijk als een weersverwachting

SeaWalk op reis
Sergej & Isabelle Berendsen
Sun 5 Aug 2007 21:07

 

Gisteravond draaide de wind naar zuidoost. Heerlijk, zuidoosten wind, hoe lang we daar naar gesmacht hebben. Maar niet in Havelet Bay, deze baai is beschermd met uitzondering van zuidoost. Tel daar 5-6 knopen stroom bij naast de baai en je kunt gratis naar de kermis. Je weet wel, de “cake walk”, waar je steeds onverwacht alle kanten opgegooid wordt. Het stuiteren begon om 0:00h toen de stroom goed door ging zetten en stopte pas rond 04:00h. Met name de bewoners van het achterschip had het zwaar te verduren. De kinderen hebben redelijk doorgeslapen, maar wij niet.

 

Zelf vlaggen maken                        Kaptein Alec ziet “Land in Zicht”

(in dit geval de vlag van Guernsey)

 

De boot lag goed achter haar anker maar je vertrouwt het niet. Dus naast het stuiteren, ga je toch regelmatig kijken of alles nog wel op dezelfde plaats ligt. Dat doen we dus niet nog een nacht.

 

’s Morgens anker op gegaan in een perfect manoeuvre. Geen woord, alleen handgebaren. Prachtig, zouden we het dan toch een keer leren? Het plan was Port Blanc, een mooie ankerplaats op weg naar het westen. Maar… onbeschermd vanuit het noorden. En ja hoor, Jersey Radio en de BBC geeft een windwaarschuwing: NW 7, niet “later” wat betekent dat het pas over 12 uur is, maar dus binnen 12 uur. Meteo France rept er met geen woord over.

 

Maar we gaan toch, we blijven niet liggen. Met een beetje geluk zijn we in 8 uurtjes in Frankrijk, de rivier Le Jaudy op naar Tréquier, 6 mijl inlands. Lekker beschut en relatief goedkoop. En vooral, een stil liggende boot. Bij aankomst bleek er zelfs een zwembad te zijn, dus die gaan we morgen maar eens bekijken.

 

Het eerste stuk van Guernsey is windstil, dus op de motor maar al snel (2 uurtjes) kan de motor uit en varen we met de wind op 120 graden. Het zonnetje schijnt en we lopen 6.5 knoop door het water. Heerlijk.  Zelfs de dofijnen komen ons weer eens begroeten. Een kleine groep van 3-6 dieren waarvan een moeder met jong. Leuk, maar ze bleven helaas maar erg kort.

 

Als je voor anker ligt, kun je niet zo maar even brood halen op de wal. Natuurlijk wel als je blijft liggen, maar als je een run maakt voor een weersverslechtering uit, dan niet. Daar heeft Isabelle een heerlijke oplossing voor. Ze bakt ze zelf bruin. Een vers bruin brood, dat kun je zelfs zonder beleg eten. Omdat er aan boord de tijd een stuk langzamer loopt, ben je veel bewuster met het eten van zo’n boterham bezig. Mhhh.

 

In de oversteek van Guernsey naar Tréquier hebben we voor het eerst kennis gemaakt met de Atlantische deining. Machtig gezicht, grote bergen water die op je af komen, 200 meter uiteen. Het schip loopt er natuurlijk lekker overheen zonder te stuiteren. Heel wat anders dan die korte golven. Een grappig effect is wel dat andere schepen in de verte lijken te zinken in het water om dan weer miraculeus boven water te komen.

 

We liggen nu in een haven 6 mijl inlands en er is van de zee niet te merken, anders dan dat de rivier zout is. De aanloop was wel spannend. Met 8 knopen spoelden we naar een met rotsen bezaaide kust. Op de GPS was te zien dat de koers goed was, want de koers over het water was totaal anders. Je lijkt recht op die rotsen te koersen. Heerlijk die moderne techniek, wat moeten de zeevaarders van vroegere tijd peentjes gezweet hebben.

 

Voor de zekerheid hebben we bij de aanloop van de rivier de zeilen er maar af gehaald. Anderen zeilden gewoon door, maar die kennen de route waarschijnlijk. We slingerende werkelijk van links naar rechts door de rivier  met laag water. Soms stond er niet meer dan 3 meter water onder kiel, slik, toch maar even vaart minderen.

 

In bovenstaande foto’s is Alec te zien in het bijbootje. Alec heeft al echte zeebenen en begint al aardig weg te worden in de boot. Vanmiddag moest ik hem naar beneden roepen uit de mast waar hij al bijna op de giek zat (dik twee meter van het dek). Het bijbootje is zijn grote liede, vooral samen met pappa met de buitenboordmotor, “spieten “ genoemd. Als hij zich concentreert kan hij aardig sturen, en het is ook belangrijk dat hij het kan voor het geval zich een noodsituatie voor doet.

 

Katie houdt zich tijdens het zeilen vooral op in de speelbox en kan uren met lego spelen. Liggen we eenmaal, dan is ze niet te houden. Lopen moet ze, het liefst op vaste grond. Stuitend van blijdschap! Gisteren zijn we op de “ramp” (een schuine weg het water in om boten te water te laten) lekker aan het pootje baden geweest. Daar is Katie geheel koppie onder gegaan. Isabelle kon haar alleen met de voeten eerst uit het water halen. Proestend. Desalniettemin houdt Katie heel erg van water, nog steeds.

 


Zelf vlaggen maken                        Kaptein Alec ziet “Land in Zicht”

(in dit geval de vlag van Guensey)