Bay Islands en Rio Dulce

Ram Marina, Rio Dulce, Guatemala, 15 juni 2013
We zitten in een huisje van de marina, vlak bij de boot. Het is er prima toeven, airco (die het niet echt aankan), 3 slaapkamers en 2 badkamers en een grote t.v.. Maar er zitten kieren in het dak waar allerlei ongedierte uitvalt, inclusief dode kakkerlakken (het huis is waarschijnlijk net uitgerookt). Spinnen, die erg hard lopen, komen onder de deur door. Ik had er tot drie keer één naar buiten gebezemd, maar met drie grote sprongen was hij weer binnen. Verder is het een beetje een rommeltje. Buiten voor het raam staat een oud roestig kookstel en iemand heeft zijn bootspullen onder het afdak gedropt.
Maar, ook een geweldige akoestiek! Het lijkt wel of ik in een kathedraal speel.
De Lonely Planet staat er inmiddels glimmend bij. Zij is aan alle kanten gepoetst en gewreven. We hebben mooie dekzeilen gevonden, de boot-steunen zijn dik in het wagenvet gezet tegen een invasie van mieren en “kakkerlak hotels” zijn overal uitgezet. Hopen dat die maatregelen afdoende zijn.
Op 20 mei vertrokken we uit Providencia richting de Bay Islands voor de kust van Honduras. We hadden zeer globale vaarkaarten, spannend of we zonder problemen op de ankerplek bij het eerste eiland, Guanaja, zouden kunnen komen. Van een afstand zie je de ankerplek al, maar hoe kom je er. Het is dan nog niet goed te zien hoe je tussen de eilanden en het rif door moet varen, maar als je dichterbij komt, wordt dat meestal wel duidelijk.
Mede door het contact met Annet en Jacques hebben we het er erg leuk gehad. Omdat we nog maar een week te spenderen hadden, besloten we die tijd in Guanaja te blijven en de andere eilanden links te laten liggen.
De dag na aankomst waren we al, dankzij Annet en Jacques, te gast bij Michael (Duits) op Hendriks eiland om de Europacup finale Dortmund- Bayern Munchen te bekijken. Er was echter meer belangstelling voor het heerlijke eten dan voor de wedstrijd.
Er zijn zo’n 15 stellen van verschillende nationaliteiten die hier hun privé eiland hebben of een huis aan het water, alleen over water te bereiken. Prachtig, maar oh wat afgelegen. Van de ankerplek naar Hendriks Eiland was het met de zeilboot een uur varen. Op donderdag komt de boot met verse groenten aan, dan komt iedereen al vroeg naar het dorp om boodschappen te doen en met elkaar wat te drinken en te lunchen en dat is het dan voor de rest van de week.
We hebben dankbaar gebruik gemaakt van de uitnodiging van Jim en van Cathy en Bill om bij hen langs te komen. Bij Jim, 75 jaar oud, woont er al 15 jaar, kregen we uit een heupflacon rum met eigen geteelde weed, maar.....we merkten er geen van vieren iets van.
Echt veilig is het er niet. Stelen heet “to share” en er waren “termieten door een leegstaand huis gegaan”. Toen we het huis zagen, zeiden we: “goh ik zie niets aan de muren”. Het bleek een euphemisme voor dieven die alles wat los en vast zat hadden meegenomen (maar ja, is het in Nederland anders? en hier hebben de mensen niets). Voor de bank staan 2 mannen met halfautomatische geweren, binnen één met pistool. Eerst je telefoon afgeven en dan mag er steeds één persoon naar binnen.
Op 1 juni zijn we samen met Panache van Annet en Jacques richting Guatemala vertrokken met een anker-stop voor de nacht in French Bay van het eiland Roatán. De volgende dag hebben we afscheid genomen van Panache en zijn wij doorgegaan naar de Rio Dulce. We hadden het kunnen weten, tegen de avond gaat het meestal erg waaien, soms met regen en onweer. Op het water is dat niet zo leuk. Na een windstille dag kregen we ’s avonds ineens 46 knopen wind (windkracht 9 á 10), keiharde regen en onweer, waarbij de bliksemflitsen rondom ons in het water sloegen. We wisten ook ineens weer dat we geen zin hebben de Pacific op te gaan.
De volgende dag kwamen we om 14.00 uur bij Lívingston aan bij de monding van de Rio Dulce. Eerst moesten we nog de drempel over. Veel schepen moeten wachten tot de waterstand het hoogst is, bij volle maan. Eiland van Uli en Imke moest er zelfs met de hulp van een sleper overheen getrokken worden. Wij konden er net overheen, we zaten maar één keer aan de grond.
Voor de kade van Lívingston hebben we het anker uitgegooid om in te klaren. In een bootje kwamen 5 man aan boord, waarvan de arts je recht in de ogen keek en vroeg of je geen ziekte had. Alle 5 heetten ons hartelijk welkom (voor de somma van.....) en dat was het zo’n beetje. Agent Raul regelde het verder én efficiënt.
Lívingston is bijzonder voor Guatemala omdat het een Garífuna bevolking heeft, Caribische slaven, die van Roatán hier naar toe gebracht werden. Lívingston is alleen per boot bereikbaar, er gaat geen weg naar toe. Hier zien we voor het eerst ook de Maya indianen. Korte, brede mensen, de vrouwen met een lange zwarte staart op de rug, geplooide wijde ruitjes-rok en een kant-achtige wijde tuniek. In het centrum van het dorp wordt gewassen op de wasplaats, een groot basin met schrob-plateaus.
We hebben niet de rust om uitgebreid rond te kijken, want we weten niet hoe lang we er over zullen doen om een plek voor de nacht te vinden.
Het opvaren van de Rio Dulce is spectaculair. Je vaart een jungle- canyon binnen van enorme hoge steile groene wanden. We komen toeristen-boten tegen, die ook de canyon invaren. Het is steeds weer een bijzonder gevoel dat je er zomaar met je eigen boot vaart! De rivier heeft een slingerend verloop. Af en toe komen we vissers in cayucas, kano’s, tegen en hier en daar zien we Maya hutten langs de oever met rieten daken die onwijs hoog zijn. Ook de rijkelui-huizen hebben zulke hoge rieten daken. We begrijpen nu wel waarom. Het blijft koel onder het dak en de wind waait er lekker onder door.
Raul had ons geadviseerd ivm de veiligheid bij een haven te ankeren en het blijkt een prachtig plekje.
’s Morgens vroeg peddelen kinderen in de cano met een rugzakje op naar school, geen idee waar die dan wel moet zijn.
De rivier verbreedt zich uiteindelijk tot een meer, El Golfete. Dit is het gebied waar veel havens liggen, de meeste erg kleinschalig, misschien 20 boten. We gaan bij Ram Marina de kant op, maar voor die tijd willen we nog een aantal dagen voor de haven ankeren. We vonden een mooi beschut plekje voor Mar Marina. Een gouden greep. In de bomen van het eilandje vlakbij overnachten reigers, sommige met roodbruine kuiven en aalscholfers. Aan het eind van de middag rust daar een familie van 10 zeekoeien! We hebben ze nog nooit zo goed kunnen zien!
Andere boaters kwamen ons al snel waarschuwen dat we de dinghy ’s nachts op moeten hijsen ivm diefstal en dat átijd alles op slot moet. Een paar dagen later is een boot vlakbij opengebroken. Daarom toch maar de haven in.
Monkey Bay Marina, net om de hoek, waar Uli en Imke ook liggen. Met hen voeren we 2 jaar geleden de ICW af. Daarna scheidden onze wegen, maar we zouden elkaar in Curacao weer treffen. Zij waren echter het geboks tegen stroom en wind zat en zijn toen direct doorgestoken naar de Rio Dulce.
Dank zij het feit dat ze hier al 5 maanden! aan het klussen zijn, konden we hen hier nog treffen. Erg leuk weerzien.
Afscheid van Michael en Hendriks Eiland
Lift met de lancha van Jim
"Voetbal" kijken op Hendriks Eiland
Hendriks Eiland, een idyllisch plekje
Met z'n vieren een dag wandelen op Guanaja
Panache voor het dorp, dat op een klein eilandje gebouwd is. De ontmoetings plek van de import.
Het huis van Cathy en Bill, alleen per boot bereikbaar. In de boom prachtige orchideën, die je overal ziet.
Annet en Jacques: specialiteit: Guacamole dip van avocado.
Bijna windkracht tien.
De enige schade na deze storm. Beschadigde lijnen en een kapotte vlag.
De Rio Dulce
Resort in Maya stijl .
Monkey Bay Marina met lekker koele zitplekjes onder het rieten dak.
Markt in Fronteras
Lonely Planet toegedekt voor een half jaar rust.