Bahia de Pilón

19:54.00N 77:16.66W
Cuba, Bahia de Pilón, 9
februari 2011 We zijn gisteren in de
middag uit Santiago de Cuba vertrokken. Het plan was om ’s morgens om 9 uur al
te vertrekken, maar de havenmeester, die ons een “cruising permit” moest verstrekken, kwam maar niet
opdagen. De lagoon van Chivirico zouden we nu bij daglicht helaas niet meer
halen, dus zijn we de nacht
doorgevaren naar “Bahia de Pilón”. Van Dorit en Wip van de Contina (van
buiten een logge grijs/witte vissersboot, maar van binnen een prachtig huis)
kreeg ik een stronk gemberwortel
(gewoon op een stuk kauwen) en gembercapsules tegen zeeziekte mee en zowaar, ik
ben geen moment ziek geweest. Toeval? Bij het uitvaren van de
haven moesten we om een stel vissers heen, die met een lijntje aan het vissen
waren. Ze zaten elk in een soort autoband, zo klein, dat ze aan één kant met hun
benen in het water zaten. Op zee, een heel eind uit de kust, was een man
snorkelend aan het vissen. Hij had iets drijvends bij zich, niet veel groter dan
een surfplank. Het is schrijnend om te zien dat mensen echt niets hebben. Ze
vragen om melk, zout, een T-shirt, er is blijkbaar aan alles tekort.
We kochten onderweg van een
boertje, dat met paard en 2-wielerwagen, met wat groenten langs de weg stond,
voor 18 peso (± 0.80 euro) een bos uien, 8 tomaten en een bos sperzieboontjes.
Dat was wel erg goedkoop. Het speet me achteraf dat ik niet meer gegeven had,
maar later bedacht ik dat de tomaten op de markt de helft kostten (2,5 peso per
pond). Viel het nog een heel klein
beetje mee. Overal waar we met CUC’s
moeten betalen, worden overigens behoorlijke tarieven gehanteerd. We snappen nog
niet helemaal hoe het dubbele economische systeem werkt. In de “super” was
vrijwel niets te krijgen, maar er was wel een hele wand met op elkaar gestapelde
cakes, gebakken in dik bruin papier. De meeste mensen kwamen alleen met een cake
onder de arm de winkel uit. Cake-dag? Er zijn geen zakjes (zo zorg
je wel dat je altijd een tas bij je hebt), niets wordt verpakt. Grappig om te
zien dat mensen als een ober met een taart op de hand door de stad
lopen. Wim vindt dat ik te negatief
ben. Dat het niet goed het gevoel weergeeft dat we over het land hebben. Dat is
waar. Het is leuk om hier te zijn. Het is een zeer fascinerend land. In de stad
zijn veel mensen goed gekleed, er zijn aardige restaurants, hier en daar een
mooi gebouw, de romantische jaren
vijftig Amerikaanse auto’s, die je overal ziet zijn natuurlijk geweldig en de
live muziek niet te vergeten. Het zal wel even duren voor we het systeem
doorgronden. We liggen nu voor anker voor
het eilandje Cayo Blanco, op een heerlijk heel stil plekje, geen boten, geen
mensen. Tegenover ons liggen bergen met op de lagere hellingen wat koeien.
De ambtenaren met de
drugshond en de hele papierwinkel zijn al weer aan boord
geweest. Morgen genieten we hier nog
een dagje, daarna gaan we door richting Cienfuegos. Foto’s laten even op zich
wachten, want het versturen via de satelliettelefoon duurt te
lang. |