Safi 32:18.32N 9:14.90W

Safi, Marokko, 19 november
2009 Barbate is de laatste
plaats, die we in Spanje aangedaan hebben voor de oversteek naar Tanger in
Marokko. We dachten dat het in
Marokko wel warmer zou zijn, maar dat is niet waar. Het is er aan de kust koeler
dan in het zuiden van Portugal en Spanje. Veel mist en veel swel, oftewel
deining, aan deze kant van de Atlantische Oceaan. De havens zijn vissershavens
of havens voor zeeschepen, niet ingericht op zeilboten, maar we zijn er wel
welkom. Er wordt altijd moeite gedaan om een plekje voor je te vinden, zoals
hier in Safi waar we langszij een opleidingsschip van de zeevaartschool liggen.
Toen we vanmorgen naar buiten kwamen, stond de hele reling vol met nieuwsgierige
scholieren, die graag een praatje wilden maken. Ook een meisje in overall en met
hoofddoek tussen de jongens! Handen geven is hier geen
probleem. Ik krijg van de heren steeds ongevraagd een
hand. Marokko is een Franse
kolonie geweest en Frans is nog steeds de voerstaal. Bijna iedereen spreekt
vloeiend Frans. De mensen zijn bijzonder vriendelijk, al worden je wel
regelmatig diensten verleend, waar je niet om gevraagd hebt, en waar dan wel
iets tegenover dient te staan zoals wat geld, chocolade, whisky, wijn en/of sigaretten. Het gaat
(meestal) zo charmant dat we daar niet veel moeite mee
hebben. Tanger heeft een erg mooie,
meer dan 1000 jaar oude medina. Alle nieuwbouw van de stad is buiten de oude
kern gesitueerd, zodat de oude sfeer volledig behouden is gebleven. Smalle
omhoog krinkelende weggetjes. Piepkleine winkeltjes, alias werkplaatsjes. Alles
wordt met de hand gemaakt, stoffen, kleding, koekjes
etc. De kleding is traditioneel,
kaftans, muilen met puntneuzen, hoofddoeken. Vijf keer per dag komt uit luidsprekers
de oproep tot gebed. In de restaurants wordt geen alcohol geserveerd. We zien
regelmatig bedelende bejaarden, die vaak ook geld
krijgen. Blijkbaar is er in de steden
niet overal watervoorziening in de huizen. Op de hoek van steegjes zijn waterkranen,
waar mensen met jerrycans water halen of de was
doen. In de medina’s loopt de
“garabe” , die kommetjes water verkoopt. Hij is prachtig uitgedost en dat is
niet voor de toeristen, want hij besteedt aanvankelijk helemaal geen aandacht
aan ons. De swel is hier voor de kust
zo hoog dat we bijvoorbeeld Rabat, de hoofdstad van Marokko, niet binnen konden
lopen. Je krijgt soms metershoge rollers achter je aan, ook als er geen wind
is. Vissersbootjes liggen buiten
te wachten om net tussen twee rollers door snel naar binnen te
varen. Rabat hebben we daarom met
de trein vanuit Mohammedia bezocht. Op de foto de enorme
begraafplaats op een heuvelhelling, zover je kijken kunt. De graven allemaal
naar het oosten gericht. In Mohammedia lag naast ons
een boot met 4 Franse jongens, die 8 maanden de tijd hadden om
een project op scholen te doen
in allerlei plaatsen die zij aan zouden doen. Eén ervan had nog nooit gezeild.
Hij was verbaast hoe langzaam een zeilboot gaat. Dat klopt, we varen
gemiddeld zo’n 5 à 6 knopen en dat is minder dan
fietssnelheid. Vanaf Tanger naar Lanzarote
op de Canarische eilanden is ongeveer 550 mijl /ruim 1000 km. Als je dit in
dagtrips wilt doen (40 mijl per dag) kost het je 2 weken, als je dag en nacht
doorvaart net iets meer dan 4 dagen. Willen we een beetje opschieten moeten we
dus af en toe nachten doorvaren. Van Tanger naar Mohammedia
is ons dat niet zo goed bekomen. Midden in nacht zwierf er een boot om ons heen
zonder verlichting. Na een half uurtje werd er af en toe een schijnwerper op ons
gericht en werd ons opgedragen te stoppen. Dat waren we niet van plan, niet
wetend wat voor lui het waren. Toen we niet stopten werd er met grote snelheid
om ons heen gevaren om vervolgens op een meter of 10 te stoppen. Na enig heen en
weer roepen was duidelijk dat ze aan boord wilden komen, waarop wij zeiden dat
dat in de volgende haven kon maar dat we ze in volle zee niet aan boord wilden
hebben. Daar dachten ze anders over en riepen dat ze van de Marokkaanse marine
waren. Eén hield een geweer op ons
gericht. Het laatste overtuigde ons om maar te stoppen. Vooraf hadden Mathilde en ik de pepperspray al in onze
zak gestoken. Het verbaasde onszelf dat we beiden redelijk rustig waren. Er is
één man aan boord gesprongen, die
overigens zeer vriendelijk was. Hij heeft de paspoorten en de bootpapieren
gecontroleerd en is weer vertrokken. Het duurde toch wel even voor bij ons de
adrenaline weer wat gezakt was. Bij de
foto’s: Mathilde trots met de bonito
(kleine tonijn) van 1 kg,
beeld van een prachtige dame
die de schippers opwacht in Cadiz (dan wil je wel thuis komen), internetten op
de treden van de kathedraal in Cadiz, hond Nora maakt het zich
gemakkelijk op het kerkhof in Rabat, koekjes worden met de hand
gemaakt, het naaiatelier waarin 1
naaimachine past, de Garabe in Tanger,
Wim en gids in Safi,
overzichtsfoto van
Safi.
|