Jamaica Rio Grande

Lonely-Planet
Mathilde en Wim
Thu 20 Jan 2011 17:33

Jamaica, Port Antonio, 18 januari 2011,

 

Tachtig bananen, die allemaal tegelijk rijp zijn, is wat veel. Ook als je ze op brood eet én bakt én uit de hand eet. We hebben hele kammen uitgedeeld. Wim is blij dat hij, nu ze bijna op zijn, eindelijk weer koekjes kan eten.

De lokale supermarkt heeft een beperkt assortiment. Geen vleeswaren voor op brood, vrijwel geen zuivelproducten, geen vlees. Op geen van de eilanden is veeteelt. Wat vis in de vriezer en “jerk chicken”, het nationale gerecht, onder een warmhoud lamp. Onze groenten kopen we op de markt en dat geeft genoeg mogelijkheden. Vis in kokosmelk gestoofd, seroendeng van de kokos, callaloo (een spinazie-achtige groente) en ackee, het oranje-gele binnenste van een vrucht dat je even koken moet (lijkt een beetje op een kastanje qua uiterlijk en consistentie).

Het nieuwe pak rijst konden we weggooien, want dat zat vol met zwarte torretjes. We hadden al gemerkt dat de papieren verpakking  van meel en knäckebröd geen belemmering voor ze was, maar een onbeschadigde plastic verpakking? Voor we naar Cuba gaan, moeten alle kasten leeg, want daar wordt alles op ongedierte gecontroleerd.

We hebben vriendschap gesloten met Preston en John. Iedere morgen zijn ze al vroeg op de steiger in de hoop dat er iets voor ze te verdienen valt. En van de paar boten die hier liggen, kan dat niet veel zijn. We kochten van John een paar kopie-CD’tjes  en wat films, die op Jamaica spelen (“Dancehall Queen” was erg aardig). Hij deed er de 12 albums (155 nummers) van Bob Marley gratis bij. Elke dag kwamen ze vragen of ze de boot mochten poetsen. We konden er niet onderuit; “It’s our living, man”. Ze hebben de hele boot in de was gezet en het roestvrij staal gepoetst. De Lonely Planet  straalt je weer tegemoet.

Met een aardig Russisch stel hebben we een 3 uur durende boottocht over de Rio Grande gemaakt.  Op smalle, 13 meter lange bamboevlotten over water van een paar decimeter diep, soms hobbelen over stenen en manoeuvreren door kleine stroomversnellingen. Halverwege de tocht kon je lekker zwemmen en er werd op een tafel van golfplaten met daarop een heleboel houtvuurtjes een heerlijke lunch bereid.

Onderweg kwamen we de jongens tegen die de vlotten weer terugbrachten. Dat moet, door het water wadend en tegen de stroom in, een vreselijk zware klus zijn en zo zag het er ook uit.

 

We zijn even de haven ontvlucht en hebben een paar dagen in de baai geankerd. Er kwamen 4 Amerikaanse mega motorjachten de rust verstoren.  Veel gedoe met poetsende crew en generatoren die dag en nacht draaiden. Weg idyllisch plekje. Geen uitzicht meer en een hoop herrie.

 

Een wandeling op zondagmorgen door de omgeving is de moeite waard. Op iedere hoek staat wel een kerkje waar, met de ramen en deuren open, diensten aan de gang zijn. Op een enkele toerist na kom je geen blanke tegen. Langs de hele west baai staan krotten van golfplaten, los lopende geiten en kippen, aan kleine tafeltjes spelen mannen met veel kabaal een domino spel en er worden een paar vissen verhandeld. Er is een groot sportterrein langs het water, een project van de internationale Rotary, maar zo te zien wordt het niet gebruikt, het ziet er vervallen uit.

De oever van de oost baai is een stuk aantrekkelijker. Langs het water staan bankjes en prieeltjes, waar altijd mensen zitten. Zij kijken naar ons en vanuit de kuip kijken wij naar hen.

 

Bij de foto’s

Blik op de Blue Mountains

Raften op de Rio Grande met Arkadi en Lilia. Een foto van de kok en het restaurant aan het water.

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image