St Maarten
Sint Maarten, 26 februari
2010 Op 16 februari hebben we
English Harbour verlaten. We gaan langzamerhand richting Sint Maarten. Als het goed is, komen Bart en Leonie
daar op 13 maart met het vliegtuig aan. Fijn om weer zo iets leuks in het
vooruitzicht te hebben. Op de valreep nog gastvrij
ontvangen door Sjon en Heleen met Iris en Ivo van de Nebulae. Een half jaar
geleden hebben we hen in Portosin leren kennen en woordenboeken
uitgewisseld. We gingen op weg naar Green
Island, een onbewoond eilandje voor de kust van Antiqua, en vervolgens naar Barbuda. Beide eilanden zijn omgeven
door koraalriffen met nauwe doorgangen (en 200 wrakken van verongelukte
schepen). Met één man op de punt
voorzien van een polaroid zonnebril en met de zon achter, moet je je weg zien te vinden tussen de koraalriffen
door. Polaroid bril gekocht en vervolgens op pad. Dat bleek nog niet zo
makkelijk. Bij Green Island lag een zeilschip midden op het rif. Geen prettig
gezicht. Het bijzondere van Green
Island is dat het lijkt of je op de open oceaan ligt. De golven worden echter
gebroken door het rif dat voor de baai ligt. Achter het rif lig je heerlijk
rustig. Voor het eerst konden we
hier aan de rand van het koraalrif heerlijk snorkelen in prachtig helder fel
turkoois water. Bij het wegvaren van Green
Island ging het nog bijna mis. We moesten door een lange smalle geul tussen het rif door. Iedereen deed het,
dus waarom een eind omvaren. We durfden echter niet zo dicht langs het rif te
varen als nodig was, bang om er door de golven tegenaan gedrukt te worden en
kwamen in een ondiepte van 2 meter terecht. Gelukkig steken we niet zo diep en
ging het net goed. Op ons ankerplekje bij Green
Island kwamen we naast de “Hartbeat” van Martin en Esther (met hun 2 dochtertjes
en 2 opstappers) te liggen. Zij kwamen al snel met de dinghy langszij en de
volgende dag zaten we bij hen aan de lasagna. Leuk om zo’n groot prachtig
klassiek jacht ( én ook nog van een Nederlandse ontwerper, ene meneer Hoek) te
kunnen bekijken. Zwemmen met
pijlstaartroggen; stingray-city Met een bootje, een paar
gidsen en twee emmers met inktvissen varen we een stuk de oceaan op tot een vrij
ondiepe plek tussen het koraal. Als we daar aankomen, zien we de stingray’s ( tot 1.5 meter breed en 2.5 meter lang)
al als grote zwarte vlekken door het water gaan. Met de snorkel op het water
in. Even slikken als ze zich met
z’n drieën tegelijk langs je heen wringen. Je voelt de stevig, zachte, vleugels
en de stekelige staart (grr…) langs je benen gaan. Als je ze voert, zuigen ze de
visjes uit je hand op. Op het filmpje is te zien
hoe een begeleider met een rog speelt. Hij draagt hem/haar op zijn armen en de
rog duwt zijn “kop” tegen zijn lijf aan. Een hele belevenis. Gaan we
nog lang van nagenieten. Barbuda steekt maar
nauwelijks boven de zeespiegel uit. Je ziet het eiland pas als je er 4 mijl
vandaan bent. Eindeloze gele palmenstranden en geen kip te zien. De
inwoners zien geen heil in het
promoten van hun eiland. In de lagune huist de op een
na grootste broedkolonie fregatvogels. De mannetjes blazen zich rood op om
indruk te maken op de dames. De vrouwtjes vliegen rond om het aantrekkelijkste
mannetje uit te zoeken. We liggen hier in een
behoorlijke swell, dus niet iets om lang te
blijven. Voor het donker vertrekken
we naar Sint Maarten. Een nacht doorvaren om bij licht daar aan te komen.
Bij de foto's: alsnog de naam van de acrobatiekgroep, beelden van Shirley's Height, de fregatvogels, het turquoise water bij Green Island, de Hartbeat van Martin en Esther en een foto van Stingray city. |