Dismal Swamp Canal

Lonely-Planet
Mathilde en Wim
Thu 30 Jun 2011 13:22
36:30.23N 76:21.29W
 

Dismal Swamp Canal, North Carolina, 29 juni 2011

We hebben sinds de 16e al weer een behoorlijk eind afgelegd. De volgende stop is Norfolk, Virginia, en daarmee het einde van de ICW, 1243 mijl, 2300 km. Wat een vreselijk eind en zo voelde het ook. We hebben zo veel dagen gevaren en even zo vele stops gehad, dat we regelmatig zelf niet goed meer weten waar wat was.

Met de Waccamaw River in South Carolina begon het landschap te veranderen. Van de uitgestrekte moerasvelden en eilandjes met grassen kwamen we nu in de Cypress Swamps. Een prachtig sprookjesachtig gebied. Cypressen die in het water staan en doorkijkjes in kreekjes en ondoordringbaar moeraswoud.

Dit is ook het gebied van de oude rijstplantages. Bomen werden gekapt, dijkjes opgeworpen en stukjes rivier afgedamd. Met een regelbare waterkering werd de waterstand in de rijstvelden geregeld. Hier en daar nog duidelijk zichtbaar.

Waar de Waccamaw River overgaat in de Little River komt de ICW heel dicht onder de kust.

Een heel smalle duinenrij scheidt de ICW van de Oceaan. De vakantiehuizen kijken voor uit op het strand  en de oceaan en achter op het water van de ICW. Niet verkeerd. Je zou hier leuke strandtentjes verwachten, maar op een strand zo ver als je kijken kunt was er één en zoals met zegt: “Amerika heeft geen eetcultuur”. Overal waar je komt, wordt je eten geserveerd in plastic mandjes met een servet erin, plastic bestek en styreen drinkbekers. Het ziet er gewoon niet gezellig uit. De grote Starbucks koffiebekers om mee te nemen zien we overigens wel zitten. We kijken uit naar een bekerhouder voor op het stuur van de fietsen.

Het zand van het strand was keihard en met een beetje koelte van de zeewind konden we er lekker fietsen, ondertussen mensen kijken en af en toe een duik in de oceaan.

North Carolina heeft bijna geen mogelijkheden om van de oceaan naar binnen te varen. De invaarten zien er zeer vervaarlijk uit, smal en met woeste golven. Een naam als Cape Fear zegt genoeg.

Er waren een aantal grote waters over te steken met golven, dat zijn we helemaal ontwend (vinden we ook niet zo leuk meer).

Het heeft al een paar maanden niet geregend, alles is kurkdroog, met als gevolg 3 grote bosbranden.

We hebben één hele dag in een grijze mist van rook gevaren en een boot bedekt met zwarte  asresten.

Het water is af en toe erg ondiep en soms helemaal bezaaid met krabbenkooien, dat maakt het binnenvaren van kreken soms erg lastig. Dan staat Wim aan het roer en zit ik achter de plotter: 5 graden naar bakboord, 5 naar stuurboord etc. We lopen regelmatig vast. Gelukkig is de bodem zacht en komen we wel weer los.

 

Het zit ons niet voortdurend mee. De sunshade is bij een storm gescheurd, de bimini is het aan het begeven, de genua, die we al tig-keren gerepareerd hebben, is nu helemaal aan flarden en de aansluiting van de 2e nieuwe gasfles is kapot. Af en toe zijn er horzels en worden we geplaagd door nog ergere gele vliegen. De beten zijn erg pijnlijk en geven veel zwelling. Wim heeft een dikke hand en ik een dikke voet.

Een nieuwe Genua is al in België besteld en als het goed is komt die binnen als we in Norfolk zijn.

 

Het 30 km lange Dismal Swamp Canal verbindt de Albemarle Sound met de Chesapeak Bay, en loopt door een zeer ontoegankelijk moerasgebied, in het verleden schuilplaats van gevluchte slaven. Het kanaal is gegraven door, van slavenhouders gehuurde, slaven. De onvoorstelbaar ellendige omstandigheden, waaronder de mensen moesten werken,  doen erg denken aan de omstandigheden van de arbeiders die het Noordzeekanaal gegraven hebben. 

1000 km2,  1/3 van het oorspronkelijke gebied, is nu natuurpark. 

Het prachtige heldere water hebben we al lang achter ons gelaten. Eerst was het bruin door de modder bodem, nu is het net theewater door uitloging van bladeren, zoals de “Cola Kreek” in Suriname. Het water is erg schoon omdat tannine bacteriedodend is.

We liggen aan een klein steigertje. Toen we aankwamen lagen er 4 boten, we liggen er nu alleen en er komt geen boot langs.

We hebben in het park geweldig gewandeld en gefietst. Al snel stonden we oog in oog met een witstaart hert, even later gevolgd door 2 kleine soort schildpadden en een overstekende slang. Er huist een populatie zwarte beren, die regelmatig gezien worden, bevers en otters, opossums en nog veel meer bijzondere dieren. We hoorden brullen in het woud, waarvan we dachten dat het een hert was, maar we hoopten natuurlijk dat het een beer was.

 

We hebben erg leuke contacten. In de kleine dorpjes waar we komen, wil iedereen een praatje maken. De meesten weten wel waar Nederland ligt, kunnen zich niet voorstellen dat we daar helemaal met de boot vandaan gekomen zijn. Boten zien we niet zo veel, maar als ze er zijn, gaat iedereen even (of langer) bij de ander langs, erg ongedwongen en gezellig.

 

De volgende stop is de Chesapeak Bay. Erg groot en veel kwallen. Mensen zwemmen er met een soort kooi om zich heen. We zijn benieuwd hoe dat er uit ziet.

 

Foto’s:

Feest op de Vechtdijk: Tisse geslaagd

Koloniaal huis Georgetown

Uitzicht Beach House Marina Surf City

Speedboat flat

Mensen kijken aan het strand

Stukje Nederland, maritiem museum Beaufort

Piraat Blackbeard overwonnen

Pompstation South Mill, de enige plek waar je koffie kunt krijgen

Lonely Planet Dismal Swamp Canal

Kleine schildpad/ slang

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image

JPEG image