Potomac River: bijna in Washington
We hebben Colonial Beach achter ons gelaten.
Een memorabele plek, vergane glorie maar toch. Tot nu toe heeft Colonial Beach
de leukste speeltuinen, ja inderdaad, meervoud. De ene speeltuin was nog leuker
opgezet als de andere. De kinderen hebben er heerlijk gespeeld. Ondertussen heb ik de fietsen gerepareerd. Dat
viel nog niet mee, de fietsen hebben zeker een half jaar in de voorpunt
gebivakkeerd en hebben een zoute Atlantische overtocht doorstaan. Maar de
fietsen zijn niet bestand tegen het zout. Vooral de lagers, de remmen en
kettingen waren verroest. Schoonmaken en opnieuw invetten helpt slechts ten
dele. De lagers moeten eruit en dat betekent verroeste bouten los maken, soms
lukt dat en soms niet. De remkabels heb ik maar helemaal vernieuwd en de
ventielen van Isabelle’s fiets vervangen. ’s Morgens hebben we contact met
Seraphim en zij laten ons weten dat ze niet stoppen in Colonial Beach. Zij
willen zo snel mogelijk naar Washington. Een uurtje later wordt Isabelle gebeld
met de mededeling dat ze toch stoppen in Colonial Beach. Ze liggen namelijk
vlakbij ons zonder werkende motor. John sleept de boot met zijn dinghy. Iets
later komt er wat wind en ze zeilen de boot de ankerplaats in. Ze draaien in de
wind en gooien het anker uit. Prachtig uit het boekje. Bij hen aan boord gekomen ga ik John helpen
met het probleem. Hij heeft al de filters vervangen en probeert een
brandstofleiding opnieuw aan te sluiten. Dat lijkt niet te lukken. Als
linkshandige lukt mij het wel in twee pogingen. Het oppompen van de diesel
lijkt echter niet te lukken. John denkt dat de opvoerpomp kapot is. Ik denk dat
hij geen diesel heeft. De meter staat op 1/3de, maar nadat
we er extra diesel ingestopt hebben, blijkt het opvoerpompje toch diesel op te
pompen. Na ellelang met de startmotor gestart te hebben, loopt de motor weer.
Bij het tankstation blijkt hij 240 liter te tanken, een complete tank vol. Dus
toch geen diesel. De volgende dag vertrekken ze snel. Wij
blijven nog even, we hebben geen haast. ’s Avonds draait de wind naar de
meest ongunstigste hoek. We liggen geheel onbeschermd en krijgen aardige golven
te verduren. Langzaam zie ik het anker krabben. Met iedere golf worden we een
paar centimeter naar achteren gezet. Wellicht toch te weinig ketting gezet. In het pikkedonker halen we het anker op en
zetten we het weer, dit keer met een dikke 45 meter ketting in 3 meter water,
dat zou voldoende voor een flinke storm moeten zijn. ’s Nachts hebben we
inderdaad heerlijk geslapen. En het anker heeft goed gehouden. |