Survivaltocht naar Cartagena

Bluec
Tue 30 Nov 2004 22:21

The attachment should be placed in the Blue C webdiary completely.

Thank you!

Attachment: Survivaltocht
Description: Binary data

Eindelijk, eindelijk dan toch in Cartagena aangekomen en wat een overtocht van max. 3 dagen had moeten worden werd een reis van 2 ½ week. Maar laat ik bij het begin beginnen.

 

Laatste week op Aruba

Onze laatste week op Aruba stond voornamelijk in het teken van hard werken om de boot klaar te krijgen voor vertrek. Nog op de dag voor we vertrek moest bijvoorbeeld de gerepareerde dynamo worden aangesloten … het was weer eens een race tegen de klok, maar dat schijnt zo langzamerhand een levenstijl bij ons te worden.

In die week waren er toch nog wel een paar verzetjes. Zo vierden de kinderen, verkleed als Pompoen (Rebecca), Ninja (Friso) en Prinses (Julia)  Halloween, waarbij ze een Spaans liedje zingend langs de huizen gingen en een voorraad snoep voor de gehele duur van de reis ophaalden. Ook was Niels jarig en vierde zijn verjaardag met een bezoekje aan de bioscoop, dus nog een leuk uitje voor de kinderen. En we werden nog verwend met een heerlijk dinertje bij Erik en Anita, onze steigerbuurtjes, thuis. (E en A, jammer dat we niet meer fatsoenlijk afscheid hebben genomen!).

      

Lolly-pop Rebecca                           Laatste uurtjes Bucuti met Erik, Anita en Margreet

Enfin … zaterdagmiddag 6 november rond 16.00 uur gooiden we dan toch voor het eerst de trossen los om naar Barcadera te varen om vast uit te klaren, zodat we de volgende ochtend op tijd konden vertrekken. Alles verliep vlot en ook het aanleggen bij terugkomst ging eigenlijk prima. Rob en Ramon (Rob`s zoon van 19) zouden mee varen naar Cartagena en van daaruit weer terug gaan met de bus naar Venezuela en daarna met het vliegtuig naar Aruba.

 

Vier dagen op zee

Onder een blauwe lucht en een lekker zonnetje en met een gunstig weerbericht op zak verlieten we om 9.20 uur de haven van de Bucuti Yacht Club.  Zodra we achter het rif vandaan waren zetten we de fok bij en zeilden zo rustig de zee op. We hadden een matig windje, maar we kwamen toch redelijk vooruit. Er lagen 400 mijl (= 736 km) voor ons om te overwinnen, een uitdaging voor ons allemaal.

      

Relaxt varen in het zonnetje            Friso vindt het prachtig en helpt al graag mee.

 

Nadat we ook het grootzeil bijgezet hadden viel de wind weg en moest de motor gestart worden.  Inmiddels hadden we 2 zeezieke patiënten: Ramon en Rebecca, die voornamelijk onderdeks hebben liggen slapen. Helaas werd in de loop van de dag duidelijk dat onze stuurautomaat toch wel geleden had onder 3 jaar stilliggen want hij lekte olie, waardoor hij eigenlijk niet te gebruiken was. Dat betekende op de hand sturen, wat voornamelijk voor Hans`rekening kwam. De wind die `s middags tot 20 knopen opliep en de hoge golven waar we op lagen te rollen maakten het er niet gemakkelijker op. Rond 15.30 uur werden we allemaal opgevrolijkt door de eerste dolfijnen. Het was een klein groepje tuimelaars waaronder een moeder met baby. We waren helemaal enthousiast. Hans bleef uiteindelijk tot  05.30 uur achter het stuur staan en viel toen bekaf in slaap, waarna Rob, Ramon en Ariëlle het beurtelings overnamen.

De volgende dag zou  een windstille dag worden, iets waar we natuurlijk helemaal niet op zaten te wachten. De dag ervoor hadden we gemiddeld 6 knopen gevaren en nu haalden we nog geen 4 knopen. De Vetus werd gestart en met Ramon aan het roer werkte hij braaf de mijltjes weg. Ook vandaag zagen we weer dolfijnen, dit keer naast de tuimelaars ook gevlekte dolfijnen. Onderweg werden we naast pelikanen en andere vogels ook regelmatig vergezeld door grote vlinders, wat we heel bijzonder vonden. Maar al met al schoot het niet zo op. We zeilden die dag net iets voorbij Cabo de la Vela.

De derde dag zou eigenlijk de dag van aankomst in Cartagena moeten zijn … maar er lagen nog ruim 200 mijl voor ons, dus dat konden we wel vergeten.   En ook vandaag wil de wind ons weer niet ter wille zijn en moet de motor weer worden bijgezet. Dat dit de stilte voor de storm is ontdekken we pas als we `s middags van het ene op het andere moment in een storm glijden. De wind loopt op tot wel 35 knopen (windkracht 8), waardoor er hoge golven ontstaan. Tot overmaat van ramp barst er ook nog een flinke lading regen uit de donkere wolken boven ons. We sturen de kinderen naar binnen, trekken als een haas onze zeiljassen aan en Hans worstelt aan het stuur tegen elke hoge golf op, terwijl wij in stilte schietgebedjes doen dat de wind toch maar mag gaan liggen. Al met al wordt het een gevecht van 2 uur, dat m.n. Hans en de Blue C glansrijk doorstaan.

              

Hans en Ramon                               De kinderen blijven vrolijk onder alle omstandigheden

 

Inmiddels is de wind naar het zuidwesten gedraaid dus varen we zo dicht mogelijk naar land om toch nog maar wat mijlen te maken. `s Avonds krijgen we nogmaals met een flinke wind te maken (25 kn) maar nu zijn de golven minder hoog en regent het niet. Wel hebben we, zoals elke avond, te maken met onweersflitsen en gedonder. Die avond draait de wind naar het westen en dat maakt het drama compleet.

Je kunt je voorstellen dat inmiddels de sfeer aardig aangeslagen was. Wat een voorspoedige voordewindse overtocht naar Cartagena had moeten worden, was zo langzamerhand een struggle for life geworden die nu zijn vierde dag in ging. En de wind nog steeds vanuit het westen, dus de enige manier om nog enigszins mijlen te maken was om te kruisen. Inmiddels hadden we op de windstille dagen zoveel gemotord, dat we bang waren niet genoeg diesel te hebben om naar één van de Five Bays te varen, net voor Santa Marta. Rond 11.00 uur besloten we om de kustwacht op te gaan roepen om ons probleem voor te leggen: verkeerde wind en onvoldoende diesel om in veilige haven aan te komen. We hadden gelezen dat de kustwacht van Colombia bereid is om diesel te brengen in zo`n situatie. Ariëlle hangt vervolgens uren met de Guardia Costa van Barranquilla en Santa Marta aan de marifoon en uiteindelijk rond 16.00 uur arriveert de GC met een grijs open bootje, waarin wel een stuk of 8 in uniform en gedeeltelijk gewapende kustwachten zitten. Voor de zekerheid houden we toch maar een vuurpijl en de pepperspray bij de hand, want je weet het maar niet in deze contreien. Maar gelukkig zien we aan de zijkant het embleem van de Guardia Costa. Vervolgens springt één van de mannen bij ons op de boot. Toen we dat open bootje zagen, zonk ons de moed al in de schoenen en toen we hoorden dat ze niet meer dan 4 gallon vervuilde diesel bij zich hadden, werden we helemaal gek. De enige oplossing die ze voor ons hadden was om, gezien de windrichting, ca 35 mijl terug te zeilen (!!)  naar een plaatsje genaamd Riohacha. Daar zouden we veilig voor anker kunnen gaan. Hans en Rob waren in alle staten, oververmoeid en teleurgesteld en dan zo`n melding … maar we hadden geen keus, dus werd de Guardia weer in de open boot gelanceerd en gooiden wij het roer om richting Riohacha. Alle mijlen die we met zoveel moeite bij elkaar hadden gesprokkeld werden nu moeiteloos weer opgeslokt door de wind. De sterrenhemel die op zee zo schitterend is, wordt door een wolkendeken bedekt en al gauw valt de wind weer weg. Zo dobberen we langzaam door het duister als we opeens verrast worden door wel 10 dolfijnen die als witte schaduwen onder de boot en om de boot heen zwemmen en duikelen. Het is een prachtig gezicht zo in het donker en je hoort ze fluiten. Dat hadden we echt even nodig en gelukkig kunnen we er toch volop van genieten. Na een minuut of 20 zijn ze plotseling weer allemaal verdwenen en barst de regen weer los boven onze hoofden. Ariëlle gaat een paar uur slapen, de mannen blijven weer grotendeels op. Ze hebben in de afgelopen dagen een chronisch slaaptekort opgelopen. Rond 04.30 uur gooien ze uitgeput het anker uit bij Riohacha, aan lager wal en onbeschut, dus vreselijk rollend op de golven. Maar we liggen in ieder geval goed vast en er kan eindelijk worden geslapen.

 

Negen dagen Riohacha

Riohacha is de hoofdstad van Guajira met ca. 100.000 inwoners.  Guajira is een provincie die als nogal onveilig bekend staat, dus zijn we op onze qui vive. Het is een echt Colombiaans stadje waar nooit buitenlanders komen. De eerste ochtend ontdekken we al vroeg de eerste vissersbootjes. Het zijn een soort bananenbootjes met vierkante zeiltjes. Nieuwsgierig gluren de vissers naar die vreemde boot met die gekke blonde mensen daar voor de kust. Als we `s middags voor het eerst met de dinghy (rubberboot) aan land gaan beleven we een kleine cultuurschok. De bevolking is voornamelijk indiaans en zodra we voet aan land zetten komen de straatverkopers allemaal op ons af. De kinderen voelen zich nogal bedreigd door de starende blikken van de locale bevolking, alsof ze van een andere planeet komen. Die blonde haren trekken constant de aandacht. Overal lopen en zitten straatverkopers die snoep, koffie, sieraden maar ook warm eten verkopen. Ook lopen er kinderen tussendoor die hun waar proberen te slijten en dat is voor ons toch wel moeilijk om te zien.

         

Vissers komen `s ochtends kijken.           Deze koffiejongen zagen we dag en nacht

                                                                                 

Na die eerste middag went het gelukkig snel en maken we wat meer contact met de bevolking waardoor het ijs smelt. Het is toch wel een groot voordeel dat je ze in hun eigen taal kunt aanspreken, want door het contact worden we sneller geaccepteerd. Onze dinghy moeten we steeds achterlaten op het strand en vanaf de eerste dag dragen we de zorg voor ons bootje over aan een oma die een snoepkarretje heeft,  met haar 2 kleinzoontjes van 9 en 14 die tegen een kleine vergoeding urenlang op onze dinghy passen.  Het is toch wel een voordeel dat Rob Colombia en zijn gewoontes kent. We raken thuis in deze toch wat vreemde stad, waar we achteraf ook wel negatieve verhalen over horen.  Gelukkig zijn onze ervaringen gedurende de 9 dagen die we er uiteindelijk zouden blijven positief en voelen wij ons er redelijk veilig.

 

Indiaanse kinderen verkopen hun handwerkjes op straat

We maken natuurlijk ook wel weer het een en ander mee. Zo blijkt dat Julia na 2 dagen, het is dan zaterdag, toch weer last krijgt van een kiesje dat vlak voor ons vertrek uit Nederland nog is gevuld. Het is de dag waarop Rob en Ramon vertrekken en we het vanaf nu met ons vijfjes moeten gaan klaren. Juul vergaat van de pijn, dus ons wordt door een aardige serveerster aangeraden om naar de eerste hulp van het ziekenhuis te gaan. Aangezien we op dat moment nog verwachten om binnen een paar dagen te vertrekken naar Cartagena, lijkt het ons verstandig om toch maar iets aan de kies te laten doen. Terwijl Hans en Friso een volgende ronde jerrycans met diesel gaan vullen vertrekken Ariëlle, Rebecca en Julia met de taxi naar het ziekenhuis. Bij de eerste hulp krijgen we het gevoel alsof we in een filmpje van Unicef terecht zijn gekomen, overal hangen mensen voor de deur rond met kinderen en baby`s op de arm. Bij de ingang staat een beveiligingsbeambte die ons adviseert gewoon maar voor één van de deuren te gaan staan wachten, daarachter zitten de artsen die ons verder zullen helpen. Al gauw komt er een verpleegster die ons naar het hoofdgebouw stuurt omdat de tandarts niet onder de eerste hulp valt. In het hoofdgebouw blijkt een stichting uit Bogota dit weekend aan het werk te zijn, zij opereren het hele weekend kansarme kinderen met een hazenlip onder de naam Fondacion Sonrisa (glimlach). Verder is er niemand in het ziekenhuis. Maar de mensen uit Bogota zijn erg vriendelijk en er blijkt een arts te zijn die tevens orthodontist is en Julia wel een noodvulling wil geven.

 Julia met doctore Juanita

Het is een ontzettend leuk mens en ze gaat apart voor ons op stap met de taxi om materiaal op te halen dat ze nodig heeft. Als ze terug is word ik samen met Juul op een plastic tuinstoeltje gezet in een wachtkamer waar de hazenlip patiëntjes in blauwe operatieschorten zitten te wachten. Om ons heen verzamelen zich allerlei mensen die erg begaan zijn met dat kleine blonde meisje en zo wordt ons Juul geholpen. Het is een belevenis en na 2 uurtjes zitten we weer in de taxi terug naar het strand, waar Hans en Friso ons al opwachten.

Onze tijd in Riohacha wordt toch ook wel erg getekend door het slechte weer en de waardeloze ligplaats die we daar hebben. We liggen constant op de golven te rollen. Het inschenken van een kopje koffie is al een hele toer, voor je het weet vliegt het kopje alweer klotsend naar de achterkant van het aanrecht. Van goed slapen komt gedurende die dagen weinig en daarbij hebben we ook nog een zieke aan boord. Rebecca`s zeeziekte gaat eigenlijk ongemerkt over in een griepje. Doordat we zo beroerd liggen is het ook niet mogelijk om schoolwerk te doen, dus dat doen we maar een beetje mondeling buiten in de kuip tussen de buien door. Doordat er nauwelijks zon is leveren onze zonnepanelen ook te weinig stroom op, waardoor we `s avonds allemaal maar met de kippen op stok gaan. Om de tijd te doden leest Hans eindeloos uit de Schippers van de Kameleon voor.

                      

Blue C voor de kust van Riohacha                 Wachten op beter weer

Goed eten doen we alleen als we aan land gaan en dat kost hier heel weinig. Voor minder dan 2 $ kun je hier al een complete warme maaltijd krijgen. Maar aan land gaan met een behoorlijke branding is erg lastig, dus dat vermijden we dan ook maar weer zoveel mogelijk.

In die 9 dagen maken we nog één keer een valse start. We vertrekken maandagochtend, 15 november om 05.30 uur op de motor omdat er weinig wind is.  Na een half uurtje springt het alarmlampje van de dynamo aan en weten we dat het foute boel is. Zondag hadden we wel gezien dat de V snaar van de dynamo er niet al te best uit zag, maar omdat het zondag was en de winkels waarschijnlijk dicht waren en omdat we de dinghy al hadden opgeborgen op het dek namen we de gok dat hij het nog wel even zou houden. Helaas, terug naar Riohacha en achteraf maar goed ook, want een volgend staartje van een lagedruk gebied kwam diezelfde dag onze kant op. Grappige bijkomstigheid is nog wel dat Hans met de taxi ergens middenin de stad een nieuwe V snaar ging halen en de winkelier direct zei: Oh, voor de boot! Zijn we zo bekend, wie weet hebben we het Riohacha`s dagblad wel gehaald …. Uiteindelijk zijn we tot zaterdag 20 november gebleven. Gedurende een groot deel van die periode heeft Willem Reumer, die afgelopen jaar met zijn gezin een rondje Noord Atlantik heeft gevaren, ons voorzien van weerberichten. Daar waren we ontzettend blij mee, want onze eigen apparatuur zouden we in Cartagena laten installeren, aangezien het op Aruba aan kennis ontbrak. 

 

Vertrek uit Riohacha, op naar Cartagena

We vertrekken zaterdagochtend, 20 november om 03.45 uur vanuit Riohacha met nauwelijks wind. De zon schijnt en dat is al heel wat, want wij hebben de Carieb de afgelopen weken alleen met een dik grijs wolkendek gezien en een zee die ons deed denken aan het Ijsselmeer qua kleur (bruin/groen) en de zon hadden we slechts sporadisch een paar uurtjes op bezoek gehad. Gaandeweg trekt de wind meer aan en uiteindelijk belanden we weer in een flinke oosterwind van meer dan 25 knopen. Ons doel is om een overnachting te maken in één van de Five Bays, vlak voor Santa Marta. Een mijl of 15 voor we daar aankomen komen we in hele vervelende en hoge kruisgolven terecht en begint het ook weer eens te regenen. Ook dit was weer eens niet voorspelt dus wij beginnen ons zo langzamerhand af te vragen hoe iedereen er toch bij komt dat zeilen in de Caribische Zee het summum is voor zeilliefhebbers. Vlak voor we tegen zonsondergang de Bahia Cinto invaren moeten we nog door een waterplas van wilde golven … en nog steeds alles met de hand sturen. Als we de baai in varen wordt het rustiger en gaan we op de dieptemeter kijken waar we ons anker uit zullen gooien. De dieptemeter blijkt als een jojo te verspringen: 8 m, 24 m, 13 m, 29 m, 3 m ….. Waar moeten we nu ankeren, wat is dit voor ondergrond? Uiteindelijk lukt het ons toch om 2 ankers uit te brengen, maar we vertrouwen het toch niet helemaal. Hans valt, nadat we snel een kop soep hebben gegeten,doodmoe in slaap. Het was weer een heftig dagje zeilen geweest. Ariëlle zet die nacht elk uur de wekker om het anker te checken want er blijken enorme valwinden vanaf de Santa Marta Mountains de baai in te komen. Gelukkig blijven we netjes liggen en `s ochtends worden we blij verrast met een prachtige baai, in de volle zon.

We doen het rustig aan en rond 11.00 uur varen we met een prima windje, langs Cabo Aguja en Santa Marta naar Gaira, een toeristenplaatsje iets voorbij Santa Marta.

    

Vrolijke gezichten bij Cabo Aguja en Santa Marta!

 

Het is het eerste perfecte zeildagje dat we hebben en we genieten allemaal volop. Rond 14.45 uur gooien we het anker uit en liggen prinsheerlijk voor een levendig strandje, omringd door waterfietsen, kano`s en jetski`s te genieten van het zonnetje. Al gauw meldt zich een man op een waterfiets bij ons. Hij heet Fernando en vraagt of we later die middag in zijn restaurant komen eten. We spreken af rond 16.30 uur naar de kant te komen met onze dinghy. Daar worden we binnengehaald door Fernando die ons gelijk een fotoalbum onder de neus duwt en vertelt over alle bezienswaardigheden die er zijn in deze omgeving. Er blijken prachtige natuurparken te zijn en ook een soort Dolfinarium. We eten die middag eindelijk weer een heerlijk maaltje en genieten volop.  Ook Rebecca die weer helemaal is opgeknapt zit te smullen van haar Red Snapper.

De volgende dag willen we eigenlijk weer vertrekken, maar het weerbericht van weerman Willem dat per SMS wordt verzonden komt met maar liefst 12 uur vertraging binnen. We besluiten er dan nog maar een relaxt dagje Gaira aan vast te plakken en vertrekken dinsdagochtend om 03.00 uur voor een lastig traject langs Barranquilla met zijn Rio Magdalena.

             Julia speelt met Nazaree van het restaurant.

 

Het wordt weer een heftig dagje varen en ook nu weer neemt de wind onverwachts toe tot meer dan 35 knopen. Het is zo langzamerhand een ware slijtageslag aan het worden, mar we slaan ons er goed doorheen en gooien rond 12.00 uur voldaan het anker uit bij Punta Hermosa. Vanaf hier nog 60 mijl te gaan naar Cartagena.

De volgende ochtend gaat het wekkertje om 05.00 uur en halen we om 06.00 uur het anker op. De zon komt net op en we hebben nauwelijks wind, dus blijft de motor de hele dag draaien. We maken daardoor niet zoveel snelheid en krijgen het in de loop van de middag toch wel een beetje benauwd. Gaan we Cartagena wel halen voor het donker wordt? Gelukkig trekt de wind de laatste 1 ½ uur aan en hebben we net voldoende daglicht om via de Boca Grande Cartagena binnen te zeilen.  Om 18.45 uur droppen we ons anker bij de Club Nautico en verbazen ons over de prachtige skylines van deze stad. We zijn ontzettend benieuwd wat ons hier weer te wachten zal staan.

 

Cartagena