Bluec
Fri 11 Mar 2005 14:29

San Blas - Panama (nieuwe versie en ditmaal hopelijk goed!)

Na nog wat onverwachtse reparaties aan de hekstoel en het frame voor de
zonnepanelen, zijn we dan toch uiteindelijk op 22 januari vertrokken uit
Cartagena. We vertrokken rond 08.00 uur samen met de Zwitserse "Jomaro" van
Jos en Yamile en hadden een prima overtocht met een constante wind van  rond

de 15 kn (windkracht 4). We zeilden onder genua en grootzeil, bij volle maan,

waardoor de zee de hele nacht prachtig verlicht was,. De volgende dag rond

14.30 uur kwamen de eerste eilanden in zicht en tevens een hele donkere lucht.

Daar waren we minder blij mee. Het uitgangspunt om aan te komen in de San Blas

Archipel is dat je tussen 10.00 en uiterlijk 16.00 uur moet varen, anders heb je onvoldoende licht om de koraalriffen te onderscheiden. En dus kregen we prompt nog een fikse
regenbui over ons heen, zodat we uiteindelijk met zeiljacks aan de Cayas
Holandes naderden.

      

Donkere wolken                                             Twee mafkezen

Maar de weergoden waren ons gunstig gezind en vlak voor
we bij het eerste eiland, Eastern Caya Holandes waren, gluurde de zon weer
door de wolken. Rebecca zat voor op de punt om aan te geven waar de riffen
waren, die als lichtbruine vlekken in de azuurblauwe zee zichtbaar zijn. Zo
zeilden we probleemloos de eerste ankerplaats op die tussen 2 prachtige
palmeneilandjes inlag.

      

Rebecca wijst ons de weg                               Onze eerste ankerplaats

Bij het binnenvaren ontdekten we direkt een aantal bekenden: de Jorja met
Ella (Rebecca`s vriendinnetje uit Cartagena) en haar broertje en ouders, de
Safari (een onder Zuid Afrikaanse vlag varende Amerikaanse familie met 3
kinderen, waarvan vader Derek Zuid Afrikaan is). Er werd ons verteld
dat er die avond vuil verbrand werd bij de Swimmingpool, een eilandje
vlakbij en dat er gelijk een pot luck was. Nadat wij ons gesetteld hadden
besloten we toch nog maar even te gaan kijken. Het was heel sfeervol, een

nasmeulend vuur waar omheen iedereen  met zijn eigen drankje gezellig stond te kletsen. Daar ontmoetten we nog meer oude bekenden.

Even iets meer over de San Blas en de Kuna bevolking.
De San Blas Archipel ligt voor de oostkust van Panama en wordt bewoond door
Kuna indianen. Er zijn ca. 55.000 Kuna`s die naast hun eigen taal veelal
Spaans spreken en heel soms een beetje Engels. Er zijn meer dan 350
eilanden. Kuna`s zijn de enige Caribische indianen stam die nog op
authentieke wijze bij elkaar leeft. In 1925 hebben de Kuna`s een zware strijd geleverd om hun grondgebied te verdedigen, wat uiteindelijk in 1938 resulteerde in de erkenning van de
Comarca de San Blas, een autonomie die door de Kuna leiders op traditionele
wijze wordt bestuurd. Zo is het land van de Kuna Yala, zoals de Kuna`s hun
gebied noemen, van iedereen. Er zijn dichtbevolkte eilanden met echte
dorpen, maar ook eilanden met slechts een paar hutten en dan natuurlijk
nog een heleboel onbewoonde eilanden. Je ziet ook vaak dat eilanden met een
paar hutten eigendom van meerdere dorpen zijn. Elke maand worden de hutten
door andere gezinnen bewoond, waarna er weer gewisseld wordt.

      

Kuna vrouwen in traditionele kleding

Wij waren toevallig op 31 januari bij zo`n eiland en zagen toen een ulu (boomstambootje, waar de Kuna`s zich mee verplaatsen) tjokvol bagage en indianen, waaronder 8 kinderen, wegvaren.  Elk dorp heeft een Sahila, een dorpshoofd en in elk dorp vindt dagelijks het Congresso plaats in een daarvoor bestemde grote hut. Mannen en vrouwen zitten gescheiden en de Sahila ligt vaak in zijn hangmat en wordt geïnformeerd over bijv. de
kokosnoten opbrengsten, maar geeft ook adviezen of bijvoorbeeld een
vergunning als iemand het gebied wil verlaten.
De Kuna`s leven vreedzaam bij elkaar. Ze hebben vaak grote gezinnen, dus er
lopen altijd veel kinderen rond. Het zijn kleine mensen en de komst van
onze kinderen was natuurlijk een belevenis in elk dorp. De Kuna kinderen
zijn onvoorstelbaar sociaal en opgewekt. Vaak als we nog aan het ankeren
waren kwamen de kinderen al aanrennen en stonden ons dan al toe te roepen: Hola,
hola (hallo)! Zodra we met onze dinghy aan kwamen varen stroomde soms het
halve dorp al leeg om ons te verwelkomen.
Onze eerste ontmoeting met de Kuna`s was op het eiland Tiadup bij de eerste
ankerplaats. Hier leven een aantal gezinnen.

      

Samen met de kinderen van Tiadup                 Conches op het strand

We hadden geluk dat we er in deze periode waren, want de Kuna kinderen hadden 3 maanden vakantie. Het is hier nu zomer en dit is hun zomervakantie. Per 1 maart zijn de scholen weer
begonnen en zijn veel gezinnen met kinderen van de kleine eilanden
vertrokken naar de grotere plaatsen waar scholen zijn. Kinderen moeten 6
jaar onderwijs hebben genoten in de leeftijd tussen 4 en 14 jaar, dus dat is
nogal vrijblijvend. Tiadup is een prachtig eiland en de mensen zijn zeer
vriendelijk. We kregen gelijk al van Victorio en zijn vrouw wat uitleg over
het leven van de Kuna`s. Zij zijn nog echt van de oude stempel, houden er
niet van dat veel Kuna`s toch wel aan het vercommercialiseren zijn, waarna
wij een stel mameis, een heerlijke mango-achtige vrucht en later ook nog
broodvruchten van hun kregen om de uitspraak kracht bij te zetten.

Op het eiland konden we ook brood kopen dat vers gebakken was.

      

Banaantjes stoven  op een houtvuurtje             Een mola

Vrouwen houden zich voornamelijk bezig met het maken van
Mola`s, een kleurig traditioneel handwerk dat onderdeel van hun kleding
uitmaakt.  Zij dragen meestal een rode doek om het hoofd en lange kralenstrengen om hun benen en armen. In hun neus dragen ze een kleine neusring. Mola`s worden volop aangeboden en natuurlijk hebben wij er ook een aantal aangeschaft.

In het verleden kon je eigenlijk alles van de Kuna`s krijgen in ruil voor bijvoorbeeld t-shirts, make-up, petjes e.d. We hebben nog wel het een en ander geruild voor brood, een mola en een houten bootje. Vooral de kinderkleding die we bij ons hadden was populair.

De mannen gaan veelal met hun bootjes op pad voor het eten. Er wordt veel gevist en langustes gevangen en ook gaan ze soms de bergen in om een bananenkam te plukken die dan weer verkocht wordt. Voorts is de kokosnotenoogst een grote inkomstenbron en het
is officieel verboden voor buitenstaanders om kokosnoten te rapen.
In Tiadup kochten we ook onze eerste langustes tegen een schappelijk prijsje van 2 $ voor 4 middelgrote langustes, die overheerlijk smaakten.
      

Onze langustes                                    Ulu met kokosnoten

Voor 1 $ extra kregen we er nog een flinke vis bij voor de kinderen.
Nog een avondje met een stel mensen gezellig op het strand gezeten,
olielampje aan, allemaal je eigen drankje mee en een middagje
gesnorkeld, waarbij we hele mooie koralen hebben gezien.

      

Met de mensen van de Safari                           en de Jomaro

Na 4 dagen zijn we verder gezeild naar een volgende, onbewoonde,
eilandengroep: Coco Bandera. Dat bleek een soort Duitstalig enclave te zijn,
er lagen meerdere Oostenrijkse, Duitse en Zwitserse boten.
Heel apart om
opeens allemaal Duits te spreken. Op deze ankerplaats werd elke dag om 17.00
uur op één van de eilandjes geborreld en ge-jeu-de bouled. Daar hebben we
een paar gezellige dagen gehad en hebben we tevens onze was gedaan bij een
bron op één van de eilanden.

 

No virus found in this outgoing message.
Checked by AVG Anti-Virus.
Version: 7.0.308 / Virus Database: 266.7.1 - Release Date: 9-3-2005