In de vorige berichten ben ik wat negatief over de Dominicanen geweest, daarna alleen nog maar erg aardige en behulpzame mensen ontmoet. Als je van de verkeerde plekken weg blijft is dit een prima land en een heel aardige bevolking die je met van alles wil helpen. En alleen nog maar goedeerlijke ontmoet.

Peter en Lineke zijn nog een dagje de binnenlanden ingetrokken, ik heb me over het motor onderhoud ontfermd. Daarna nog een dag samen naar Santa Domingo geweest. In de tussentijd boodschappen gedaan, niet zo bijzonder ware het niet dat het vervoer wat spectaculair werd. De haven biedt een auto aan om je naar de supermarkt te brengen, er stond weliswaar one way op het briefje, maar we konden ons niet voorstellen dat je niet ook teruggebracht zou worden. Het terugbrengen bleek door de supermarkt verzorgd te worden. Echter maar voor 1 persoon per kassabon.  En we hadden al afgerekend, anders hadden we er 3 bonnen van laten maken. Op de vraag hoe dan de andere twee weer bij de boot moesten komen werden we verwezen naar de brommerjongetjes. Als je de Lonely Planet gids leest moet je dat dus vooral niet doen: rijden als gekken. Maar er was geen andere keus. Peter en ik achter op een brommertje, Lineke met de auto. Je zit dan met zijn 3en op een opgevoerd brommertje op de snelweg zonder steps voor je voeten. Als ik me iets bewoog zat ik tegen een gloeiend hete uitlaat aan. Peter en ik kregen alletwee bijna kramp van het omhoog houden van je voeten. Maar we hebben het weer overleefd. Gaan de volgende keer alleen boodschappen doen.

Ook de tweede dag Santa Domingo was de moeite waard: de 3 ogen bezocht, een meren complex onder de rotsen en naar een soor mausoleum (Faroa de Colon) geweest waar de botten van Columbus bewaard worden. Het laatste wordt trouwens bestreden door de Spanjaarden, zij zeggen de botten te hebben.

Bij de foto's

Los tres Ojos. Het zijn 4 ondergrondse meren. Het hele gebied heeft miljoenen jaren geleden onder zee niveau gelegen, voordat alle Caribische eilanden omhoog gedrukt werden. Met een bootje word je nu van het ene naar het andere meer vervoerd. Erg leuk om te zien. Glashelder water. In het meer waar de zon op schijnt zwemmen tulapia's.

De gids vond het zijn belangrijkste taak foto's van ons te nemen.

De tulapia's

Een boom met een goed afweer systeem.

Hij draagt deze vruchten. Ik het bovenrandje kun je een dolfijn herkennen. De vruchten worden gebruikt om sieraden te maken.

De farao Colon, de overblijfselen van Colon (Columbus) liggen hier volgens de Dominicanen.

Het is een gigantische beton klomp, ik denk 300 meter lang. Huisvest ook een Volkenkundig museum over alle Caribische eilanden.

Op de achtergrond een cruiseschip.

De doodskist van Columbus. Overleden in 1506.

Eén van de originele reisverslagen.

De enorme beton klomp.

Geen enkele macht is legitiem als hij niet door het volk gedragen wordt. Op de bord staat dat het zeiljacht enkele wedstrijden gewonnen heeft. Ligt nu voor een museum.

Het terrasje bij het museum, ze weten overal wel een gezellig plekje van te maken. Eten was hier trouwens zeer matig.

Een van een serie over het zijn.

Ook in beton kun je wat sierlijks maken.

Meer bedlampje kun je niet hebben.

Ook hier spekstenen beeldjes.

Morgen gaan we een stapje verder, maar blijven nog in de Dominicaanse Republiek.