Reisverslag SY LYRA van Ijmuiden naar Faroer

WEBLOG SY LYRA
Herman Marres & Rian de Jong
Thu 13 Sep 2007 17:36



IJmuiden-Inverness-Faroer 6 mei –2 juni
11:10 vertrek van Stuurmankade. Boeken, aandenken, wijn, champagne, wiskey worden ons nog in de handen gedrukt.
Familie, vrienden, collega s, buren, politici wensen ons goede vaart met witte vlaggen, toeters, bootjes en vele omhoog gestoken handen doen zij ons uitgeleiden. Willem ,Antje, Aad en zijn vrouw varen mee naar IJmuiden, daar helpen zij nog met de laatste klussen. Kiek en Eiso, Laurine en Leendert komen nog in IJmuiden langs voor een laatste groet.
De afgelopen weken was het zulk warm weer en een lekker windje, dat is het tijdens het uitzwaaien ook nog, maar richting IJmuiden veranderd dat. Het is koud en er staat een harde wind bovendien zijn wij erg moe. Inslingeren gaan we dus in de jachthaven doen, eerst maar eens uitrusten en bijslapen.
Er wacht ook nog een belangrijke klus de stuurautomaat wil het nog niet doen! Die is uiteraard nodig als derde man. Gelukkig vinden we al snel waar het aan ligt, draadbreuk ergens en met een bypass blijkt het probleem opgelost. We kunnen weg!

Het weer is nog niet zodanig dat we vertrekken, teveel wind.
Op woensdag zien we een windgat, er zal zeker een bui met veel wind overkomen als we bij de Humber zijn, dat moeten we voor lief nemen anders lukt het de komende dagen niet om over te steken lijkt uit de weersverwachting af te lezen. De ene depressie na de ander dient zich aan. Hoe sneller wij omhoog kunnen komen hoe minder last we er van zullen hebben. Het blijkt later dat we gelijk hebben in NL wordt het weer steeds slechter, veel regen en harde wind.
Met een matige wind vertrekken we. Rond 24:00 bereikt de storm ons al, een beetje te vroeg. Het is aarde donker, de fok moet eraf, maar hij wil niet goed oprollen, we laten het zo. Later worden we daarvoor gestraft, hij gaat wapperen en nu hebben we nog meer moeite om er lijnen omheen te binden.
Met de stagfok en derde rif in het grootzeil (stormtuig) gaan we verder, door de inspanning zijn we beiden mottig. De afgelopen twee dagen in IJmuiden zijn we wel uitgerust, maar de vermoeidheid is nog niet uit het lijf.
Nou nou mag het ietsje minder misschien, het gaat geweldig tekeer, brekers over dek, het water zoeft met een snelheid over het achterdek en we voelen ons ellendig.
We hebben onze normale zeilpakken intussen verruild voor de Viking overlevingspakken een enorm verschil, ze zijn lekker warm wat je uithoudings vermogen verhoogd.
De verwachtingen zijn niet goed er komt nog meer slecht weer aan en pal uit het Noorden, dus tegenwind. We besluiten daarom naar Blyth te gaan waar we vrijdagmorgen om 7 uur aankomen en lekker in bed kruipen om een beetje bij te komen.
De jachtclub van Blyth is beroemd, gesitueerd in een voormalig lichtschip van dik eikenhout. Het ademt een rustieke sfeer uit, iedereen is geinteresseerd in ons en wil ook graag een eigen verhaal kwijt bv over de Burgee, de clubvlag. Hoe die er voor verschillende leden, bestuur en voorzitter uit moet zien, is een hevige discussie.
De volgende ochtend om 6 uur vertrekken we. Het is rustig weer, de vooruitzichten zijn cyclonic winds of matige tegenwind het komt allemaal uit na 10 uur zeilen gaat de motor aan tot Inverness; nog eens 29 uur.
Vrienden, Wil en Maarten die het Caledonian Canal meevaren staan ons bij de eerste sluis op te wachten om de lijntjes aan te nemen.
Op het kanaal is de sfeer bijzonder rustig , de tijd staat er stil, het is sprookjesachtig en pittoresk, maar voelt ook enigszins bejaard zeker na de ervaring op ruige zee.
Alles staat in bloei in mei, de verscheidenheid aan kleur, de zon en de schaduw van de wolken, de dreiging van regen maken er een fel en gedempt kleurenpalet van.
In Tobermory op het eiland Mull meren we af aan een mooring, een kade met allemaal gekleurde huizen, een prachtige natuurlijke baai die ons beschermt tegen de komende storm. Er wordt een zeer stevige storm waarschuwing uitgegeven, we merken er niet veel van, blijkt ook dat de bui niet pal over ons is gegaan zoals de weerkaart aangaf. Herman is vroeger al in Tobermory geweest als 13 jarige met de boot van zijn vader en heeft als enige herinnering dat de vrouwen daar zo lelijk zijn. Ik hoor nu geen opmerkingen over de vrouwen.
We liggen 20 mijl van Arisaig waar we de eerste stop maken, vrienden bezoeken en de nog openstaande klussen als olie verversen, filters vervangen, herordenen en de allerlastigste klus van onthaasten op ons wacht.
Op weg naar Arisaig krijgen we een sms dat we op Muck verwacht worden voor een lunch.
Na een wandeling op het kleine eiland komen we in en heel klein hutje: het restaurant. Bij binnenkomst worden net alle schalen uit de oven gehaald, zo´n grote houtoven met veel vakjes, veel vlees, veel aardappelen en veel groenten, heerlijk. Alle eiland bewoners zijn er om de verjaardag van de ferryboot kapitein Ronnie te vieren met deze lunch en een toespraak van de laird, zeg maar Lawrence, en wij mogen het meevieren, Ronnie is de vriend van Martine die we bezoeken.. Hij is belangrijk voor het eiland, het is de einge verbinding met het vaste land, voor goederen, post , vervoer van toeristen enz. Er wonen 7 jonge gezinnen op het eiland en er zijn 13 kinderen. De lagere school is op het eiland, voor de middelbare school gaan ze naar gastgezinnen op het vasteland.

Arisaig in west Schotland is een klein dorp, een prachtige natuurlijke baai, twee restaurants en bijna iedereen die er woont heeft een B&B als neven inkomen. En je hebt de ferry van Ronnie die elke dag met toeristen naar de eilanden Eigg, Rum of Muck vaart, een deel van de toeristen gaat voor een paar dagen wandelen op de eilanden. De anderen gaan na een dag wildlife cruise weer mee terug. Nu in mei heeft hij elke dag al een halfvolle bezetting of meer wat niet slecht lijkt.
Onze vriendin Martine heeft afgelopen zomer stukjes in de Volkskrant geschreven over dit gebied wat zijn vruchten heeft afgeworpen. Martine wandelt met ons naar een plaatselijke verwilderde tuin op een grondgebied wat ooit van een Fransman was. Nadat zijn nieuw gebouwde huis afgebrand is begin vorige eeuw, is er met het grondgebied niets meer gebeurd. Deze tuin vind je nooit zonder plaatselijke kennis, grote rododendrons in bloei, ook onder de bomen op de grond zijn grote kleurvlakken door afgevallen bloemen, met de ruine van het huis, alles is in geur en kleur is het ongekend mooi. Dit is bv ook het gebied waar het stoomtreintje uit de Potterfilms rijdt en het mooie afgelegen witte kerkje uit de film Breaking the Waves van Lars von Trier. Met het treintje kan je naar Glenfinnan, waarbij je het bijzondere kerkje passeert. Een half uur rij je door een prachtige woestenij van stenen, dalen, bergen en meren. Vanaf de trein wandel je naar het loch waar het Glenfinnan house hotel aan het meer ligt. We eten er een heerlijke barmaaltijd en natuurlijk moeten de plaatselijke malt whiskeys geproeft worden. De ober schenkt uit eigen beweging twee verschillende in zodat we kunnen proeven van elkaar, met moeite halen we de laatste trein terug.

Het begint bij ons te kriebelen. Na 6 dagen stilliggen moet er weer iets gebeuren.

We vertrekken 27 mei uit Arisaig we varen onder Skye door en na een heerlijke zeildag ankeren we in de Talisker (voor de kenners: alweer whiskey) baai. Een regenboog begint bij de boeg neemt een slinger en komt bij het achterschip terug, daar is de pot, wij weten beter!
We hadden weer diesel en water in de boot, het water was snel gevonden, de bb lenspomp stond open, die mag alleen open als er ergens heel veel water binnenkomt. Het is een tweede lenspomp, waardoor water naar binnen loopt als je over die kant ligt en er niet gepomt wordt.. De diesel was in een compartiment gelopen en kan dan maar van twee kanten erin gelopen zijn, na minutieus onderzoek vinden we het. De tank-sensor is er opnieuw ingezet met kit en niet geheel aangdraait om de kit eerst te laten drogen zodat er een afdicht kussentje ontstaat. Domweg vergeten, na het zorgvuldig dichtdraaien is het lekken opgehouden, pfff gelukkig.
Volgende 53 mijl nu eens zonder allerlei vocht in de bilges.
Loch Tarbert. Rain and drizzel een hele dag, er is een lekkere wind, maar nat. Erg nat komen we dan ook in Stornoway aan.
De volgende dag regent het de hele dag, we zoeken allerlei klussen binnen en gaan alleen om te eten de wal op, goed in het oliegoed
Langzaam wordt het iets beter weer, twee jaar geleden heben we het eiland Lewis goed bekeken, dat is maar goed ook want het is nu niet aantrekkelijk om eropuit te gaan.
Ik had graag de sfeer weer even geproeft van dit mooie eiland, met zijn turf banen, huisjes met hooi op het dak bij elkaar gehouden door lijnen met stenen eraan. Met zijn standing stones heeft het een magische sfeer.
Na 3 dagen wachten is er een windgaatje, dat is eigenlijk niet leuk, een windgaatje is nl zonder of weinig wind, maar we moeten gaan. De verwachting is dat we een etmaal de tijd krijgen voor de oversteek naar de Faroer, dan trekt de wind aan tot storm!
De eerste 7 uur motoren we tot er een lekker ruim windje komt die meer of minder rond 5 beaufort is. We stuiven op ons doel af met gemiddeld 7.5, knopen. De zee is machtig om te zien grote, lange golven, af en toe met een behoorlijke roller ertussen, een van die rollers komt vol over het achterdek en in de kuip, ik wilde net een foto van de golven nemen, niet dus.
Deze onstuimige roller wist gaten te vinden die wij nog niet ontdekt hadden, brandlucht, kortsluiting, geen verwarming meer en electra van de generator naar god!
21 jaar geleden hebben we eens een poging gedaan om op Faroer te komen met onze schoener Seraph, maar hebben toen een week verwaaid gelegen in Grimsby en was er geen tijd meer om door te gaan.
Vogels begeleiden ons al een paar uur. Land? Nee, niets te zien. Het zijn hoge eilanden dus zou je verwachten dat je die toch minstens op 10 mijl afstand moet zien, op 8 mijl nog niets.
Puntje Suduroy (meest zuidelijke eiland) dwars op 4 mijl afstand zien we op de laptop, als we naar het land turen zien we nauwelijks iets, hoe de Vikingen de eilanden gevonden hebben is ons een raadsel.

Lieve groet,

Herman Rian